JE MOET LIEF ZIJN WANT JE BENT HOOGSENSITIEF
Ik heb net een oude mailbox open gedaan. Daarin zit een mail van een mevrouw
die me verwijt dat ik niet aardig ben geweest in een column. Dat mag niet,
volgens deze mevrouw, omdat ik hoogsensitief ben. Het is een argument dat ik
wel vaker hoor. Hoogsensitieve mensen mogen blijkbaar enkel lief en zacht zijn.
(Net zoals veel meisjes leren dat ze braaf en beleefd moeten zijn.)

Volgens prof. Elke Van Hoof is zo'n 30 procent van de bevolking hooggevoelig. Als het niet meer is intussen: we leven in een tijd met véél prikkels, steeds meer mensen raken overvoerd door de ratrace en de perfectionistische sociale media, met ziektes van deze tijd tot gevolg. Denk maar aan burn-out en depressie.
Hooggevoeligheid betekent dat je
een verhoogde gevoeligheid hebt voor prikkels. Dit kan het gevolg zijn van
hoogsensitiviteit. Maar evengoed van trauma, autisme, een
persoonlijkheidsstoornis zoals bijvoorbeeld borderline.
Toegegeven, hoogsensitieve mensen
staan bekend om hun empathie. Ze hebben de neiging om zich weg te cijferen voor
anderen. Dit maakt dat veel hoogsensitieve mensen in een positie kunnen
belanden waarin er misbruik van hen wordt gemaakt. Grenzen aangeven en bewaken
is dus een belangrijke opdracht. Hoogsensitieve mensen die zichzelf proberen te
beschermen of hun ruimte innemen, maar daar nog niet helemaal in thuis zijn,
kunnen soms hard reageren en overkomen. Dit maakt hen niet minder
hoogsensitief. Dit maakt hen mensen in een leerproces, mensen in evolutie. En
dat zijn wij allemaal. Ongeacht onze al dan niet hoogsensitieve hersenen