De Grote Leegte
DE GROTE LEEGTE Het is een koude ochtend maar de zon schijnt en de hemel is helder. Ik verlang naar rust, stilte, naar het gevoel van eenwording met de natuur dat ik in de stad mis. En dus heb ik in het park een plek gezocht waar het verkeer nauwelijks hoorbaar is. Al kan ik er niet ontsnappen aan de vele joggers, die me in hun fluo outfits en met verwrongen gezichten, hijgend en snuivend voorbijsteken. Het stampen van hun voeten, als een opfokkende beat, doet vermoeden dat er een bosbrand woedt en ook ik het dringend op een lopen moet zetten. Maar onder de nog kale, grillige bomen wacht een vriendelijk bankje, pal in het zonlicht. Ik neem plaats en sluit een poos de ogen, om de warmte op mijn gelaat beter te voelen. Niet veel later wrijft iets langs mijn schenen. Het blijkt een enthousiast hondje. Aan de andere kant van z’n lange les hangt een verbaasde dame. ‘Dat doet ‘em nu anders nooit!’, stamelt ze. ‘We hebben dan ook hetzelfde kapsel’, antwoord ik, knikkend naar haar langh