Hoe leer je jezelf opnieuw vertrouwen na
trauma? Fleur van Groningen bundelt inzichten in ‘Veilig bij jezelf’
Fleur van Groningen
schreef met Veilig
bij jezelf een persoonlijk boek over hoe zij dichter bij
zichzelf kwam door haar trauma’s te helen. We spraken haar over emotionele
veiligheid, zelfregulatie en de kracht van verbinding. ‘Ik zocht onbewust naar
mensen die me konden redden. Intussen vertrouw ik erop dat ik mezelf die
veiligheid kan geven.’
Tekst: Lotte
Philipsen
Foto’s: Carmen De Vos
Na bestsellers als Leven zonder filter en Voelen
zonder filter duikt auteur en journalist Fleur van Groningen
opnieuw in een onderwerp dat haar al jaren bezighoudt: jezelf veilig voelen na
trauma. In Veilig
bij jezelf onderzoekt ze hoe onverwerkte ervaringen uit onze
kindertijd – zoals een emotioneel onveilige thuissituatie of een gebrek aan
erkenning – zich kunnen vertalen in patronen die ons als volwassene blijven
achtervolgen.
In het boek
deelt ze inzichten van experts, maar ook persoonlijke ervaringen – niet om
medelijden op te wekken, wel om herkenning te bieden. Zelf had de auteur een
turbulente kindertijd en jeugd, met ouders die emotioneel niet volwassen waren.
Om de cirkel te doorbreken, ging ze vanaf haar twintigste in therapie en
startte zo het proces om haar eigen emoties te leren kennen en reguleren. Broodnodige
skills, die ze als kind niet heeft meegekregen van thuis.
Van Groningen wil met haar werk een bondgenoot zijn voor wie
worstelt met grenzen stellen, zelfkritiek of relationele pijn. Veilig bij
jezelf is een uitnodiging om je los te maken van
oude overtuigingen, en stap voor stap terug thuis te komen bij jezelf. ‘Wanneer
je je van de misverstanden over jezelf ontdoet, begint je leven pas echt’,
klinkt het.
‘Veilig bij jezelf’ is al je achtste
boek. Waarom wilde je dit boek schrijven?
Fleur van Groningen: ‘De aanleiding voor dit boek was
een persoonlijke gebeurtenis. Het is helaas tot een breuk gekomen tussen mij en
mijn moeder en stiefvader. Dat heeft geleid tot een zoektocht naar datgene wat
ik bij hen zocht, maar niet vond: de veiligheid die ik als kind niet heb
gekregen. Ik kreeg te kampen met een afwezige vader en depressieve en kritische
moeder. Ook werd ik slachtoffer van psychisch en seksueel misbruik en groeide
ik op in een sekte, samen met m’n nieuw samengestelde gezin.
Hoewel ik geen afhankelijk type ben, zat ik daardoor onbewust te wachten op
iemand die voor me zou zorgen. Intussen heb ik geleerd hoe ik die veiligheid
als volwassene bij mezelf kan vinden. Dat inzicht was niet alleen voor mezelf
heel belangrijk, maar ook voor de opvoeding van mijn zoon. Het is een
confronterend rouwproces geweest, maar tegelijkertijd ook superleerzaam en
versterkend. Ik ben nu veel onafhankelijker en wijzer.’
Wat wil de titel ‘Veilig bij jezelf.
Ware verbinding met jezelf en anderen’ zeggen? Vanwaar de toevoeging van
verbinding met anderen?
‘Getraumatiseerde
mensen zoeken vaak oplossingen buiten zichzelf. Als je onvervulde noden hebt,
zoek je contact met mensen vanuit een behoefte en een afhankelijkheid. Die
behoefte kleurt de perceptie van de ander. Je ziet deze persoon minder voor wie
hij is, maar meer voor wat hij voor jou zou kunnen betekenen.
Door te
helen van trauma heb ik ontdekt wie ik echt ben en sta ik op een veel
eerlijkere manier tegenover andere mensen.
‘Aan
jezelf werken en zelfliefde ontwikkelen, wordt vaak als navelstaarderij gezien.
En soms is het dat ook wel een beetje, maar echte zelfzorg is niet flauw of
egoïstisch. Zolang je onbewust te kampen hebt met trauma’s, en er dus
onvervulde noden aanwezig zijn, is het moeilijk om echt te verbinden met jezelf
én met anderen.
Door te helen van trauma heb ik ontdekt wie ik echt ben en sta ik op een veel
eerlijkere manier tegenover andere mensen. Ik zie hen niet meer als iemand die
mijn problemen kan oplossen of me kan redden, maar ik zie hen voor wie zij
zijn. Er is minder een onbewust verborgen agenda aanwezig. Helen van trauma is
dus geen navelstaarderij, maar een vorm van mentale hygiëne, waardoor mensen op
een meer authentieke manier met elkaar in contact kunnen komen.’
Trauma is een beetje een modewoord
geworden, mede dankzij sociale media. Op welke manier manifesteert trauma zich
voor jou?
‘Toen ik
opgroeide, in de jaren tachtig, was er nog veel minder geweten over trauma. Nu
wordt het inderdaad veel meer besproken, en misschien wordt de term zelfs iets
te makkelijk gebruikt.
Mensen die niet bekend zijn met het begrip, zien trauma meestal als een
schokkende gebeurtenis op een bepaald moment. In de psychologie wordt trauma
gebruikt voor de gevolgen van de gebeurtenis binnenin de persoon zelf. De
gebeurtenis kan eigenlijk al lang achter je liggen, maar de effecten ervan
blijven actueel. Daardoor zit je opgesloten in een soort lus van trauma, tenzij
je je ervan bewust wordt en er heling kan volgen. Een trauma ontstaat volgens
experts op het moment dat je een emotie door moet die je niet aankunt, waardoor
je erin blijft steken. Je wordt overspoeld door je emoties. Dat voelt vaak heel
eenzaam, en als je niet goed wordt opgevangen kan dit lang aanslepen.
Voor mij manifesteert trauma zich als een wonde op vier niveaus: fysiek,
mentaal, emotioneel en spiritueel. Trauma heeft namelijk impact op je brein, je
zenuwstelsel, hoe je naar jezelf kijkt en hoe je je gevoelswereld ervaart. Het
spirituele niveau wordt in de psychologie ook wel “je authentieke zelf”
genoemd. Trauma uit zich op dat niveau door het gevoel te hebben dat je geen
contact meer hebt met je echte zelf.’
Je focust in je boek sterk op kindertrauma’s en de gevolgen daarvan.
‘Inderdaad, ik heb aan den lijve ondervonden hoe emotioneel onvolwassen ouders trauma’s kunnen veroorzaken. Dat doen ze niet met opzet, maar het heeft wel kwalijke gevolgen.Kinderen
hebben ouders of verzorgers nodig die hun helpen om die emoties te leren kennen
en doorvoelen, begrijpen en dragen.
Soms
wordt er gesproken van “trauma met een grote T” of “trauma met een kleine t”.
Ik heb beide meegemaakt. Iedereen kent de grote trauma’s die worden veroorzaakt
door schokkende gebeurtenissen zoals oorlog, verkrachting en mishandeling. Maar
ook andere zaken kunnen trauma’s veroorzaken. Zeker bij kleine kinderen, die
hun emoties niet zelf kunnen reguleren. Zij hebben ouders of verzorgers nodig
die hun helpen om die emoties te leren kennen en doorvoelen, begrijpen en
dragen. Als de mensen die instaan voor de zorg van het kind zelf nooit geleerd
hebben hoe ze met hun emoties moeten omgaan, is het moeilijk voor hen om een
kind daarin te ondersteunen. Dat kan zo generaties doorgaan, waardoor een
oorlogstrauma bijvoorbeeld nog lang negatieve gevolgen kan hebben in een
stamboom. Het zal niet bij iedereen voor trauma’s zorgen, gelukkig, maar het is
wel iets waar we als samenleving alert voor moeten zijn.’
Trauma is ook een beladen onderwerp.
Heel wat moderne methodes om te helen van trauma zijn nog niet goed onderzocht.
Hoe kijk jij daarnaar?
‘Ik ben
natuurlijk geen expert, want ik heb niet gestudeerd voor psychiater of
psycholoog. Daarom zal ik ook geen uitspraken doen over wat de beste aanpak is om
te helen van trauma. Wel ben ik een ervaringsdeskundige. In mijn boeken vertrek
ik dus altijd vanuit m’n eigen ervaring. Je kunt als lezer meenemen wat je
aanspreekt en laten liggen wat je minder aanspreekt. Ik wil inspireren, maar
zeker niet beweren dat ik de waarheid in pacht heb. De voorbije jaren heb ik
enorm veel geleerd over trauma en ik ben er zeker van dat ik de komende jaren
nog meer zal leren.
Het
klopt dat niet alle experts en therapeuten het eens zijn over wat werkt, omdat
er nog veel onderzoek nodig is. Ook niet alle getraumatiseerde mensen hebben
baat bij dezelfde aanpak. Ik kan alleen vertellen wat voor mij heeft gewerkt,
en dat zijn zowel klassiekere therapieën als nieuwere methodes.’
Welke therapieën zorgden bij jou voor
een doorbraak?
‘Ik heb
heel veel gehad aan EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing)
therapie, die werkt met oogbewegingen. Het is een methode ontwikkeld voor
oorlogsveteranen, die te kampen kregen met posttraumatisch stresssyndroom.
Omwille van mijn moeilijke kindertijd kreeg ik ook die diagnose. EMDR heeft
voor mij wonderen verricht. Of zo’n therapie werkt hangt deels af van de
therapeut en de klik die je al dan niet voelt.
Daarnaast heb ik ook veel aan lichaamswerk gehad, wat meer omstreden is
omdat er nog niet veel wetenschappelijke consensus over bestaat. Ik hoop dat er
meer onderzoek naar wordt gedaan, want zowel voor mij als veel mensen uit m’n
omgeving werkt dit enorm goed. Fasciatherapie, waarbij een manueel therapeut
aan de slag gaat met je bindweefsel, vond ik bijvoorbeeld een revelatie.
Hiervan wordt gezegd dat het je zenuwstelsel uit de overlevingsmodus haalt. Het
helpt je om lichamelijk van chronische stress naar ontspanning te gaan. Dat is
exact wat ik heb voelen gebeuren met mijn lichaam. Omdat ik door trauma
constant in een soort overlevingsmodus stond, kwam de ontspanning die fascia me
bracht als geroepen. Een relaxed lichaam helpt ook m’n mentale processen enorm,
het werkt op elkaar in.’
Wat is het voordeel van
lichaamstherapie ten opzichte van praatgerichte therapie voor jou?
‘Lichaamswerk
vind ik een heel goede ondersteuning, maar geen vervanging voor andere
therapieën. Het is dus geen of-of-verhaal. Van trauma wordt gezegd dat het
vooral wordt opgeslagen in het non-verbale gedeelte van de hersenen. Zeker als
het trauma stamt uit de periode voor je kon praten. Gesprekstherapie is dan
vaak niet voldoende. Het geeft je vaak wel belangrijke inzichten. Zelf heb ik
daar ook nood aan gehad en mijn sessies bij m’n psychotherapeut zijn zeer
waardevol geweest. Ik heb ook veel gelezen over het thema en met experts
gesproken in mijn rol als journalist. Om te helen, had ik echter meer nodig dan
het probleem leren kennen en erover praten. Ik moest echt aan de slag met die
inzichten. Voor mij werkt lichaamsgerichte therapie en EMDR op dat vlak beter,
omdat het een ervaring is, meer dan een inzicht.
Het is
een persoonlijke zoektocht en je moet je er bewust van zijn dat er overal
charlatans of minder bekwame therapeuten tussen zitten. Soms gaat het hen om
macht in plaats van mensen echt helpen, wat natuurlijk geen goede instelling
is. Stel jezelf de volgende vragen: is de therapeut me aanbevolen door iemand
of een instelling die ik vertrouw? Voelt dit oké? Voel ik me op mijn gemak bij
deze therapeut? Merk ik effect van de therapievorm?’
Ook als er nog geen wetenschappelijke
consensus is?
‘Ik ben
geboeid door de wetenschap, maar er bestaat zoiets als voortschrijdend inzicht.
Het onderzoek rond psychologische thema’s is voortdurend in evolutie.
Trauma
is zoiets persoonlijks, niet voor iedereen werkt hetzelfde. Voor sommige mensen
is het steeds opnieuw moeten vertellen over hun trauma’s net hertraumatiserend.
Zij moeten kunnen thuiskomen in hun eigen lichaam. Dat heb ik zelf ook ervaren.
Ik ben als kind verkracht en vond het heel moeilijk om te stoppen met piekeren
en in m’n lichaam te zakken. Daar heb ik lichaamswerk voor nodig gehad. Zo heb
ik mijn lichaam opnieuw leren vertrouwen.
Ik laat
mij graag leiden door mijn intuïtie en ook door wat de mensen die ik vertrouw
delen over hun ervaringen. Zo ben ik ook in aanraking gekomen met TRE (tension/trauma
releasing excercises), waarbij je natuurlijke trilreactie op gevaar wordt
gestimuleerd via oefeningen. Dat is zeker nog geen conventionele aanpak, maar
voor mij werkte dit heel goed. Ik voelde enorm veel spanning loskomen en erna
was ik supervermoeid, maar op een aangename manier. Dat is natuurlijk geen
bewijs dat het voor iedereen nuttig is, maar ik deel gewoon mijn ervaring en ga
zeker niet preken over wat anderen moeten doen.’
Je wilt geen goeroe zijn.
‘Absoluut
niet. Tussen mijn negende en zestiende ben ik in een sekte opgegroeid, dus ik
heb een absolute hekel aan goeroes. Volgelingen van goeroes zijn heel
afhankelijk en hopen dat hun leider hun problemen kan oplossen. De goeroe zelf
wil aanbeden worden, om zo z’n eigen schaduwkant niet te hoeven aankijken. Dat
is een ongezonde dynamiek. Ik vind gelijkwaardigheid enorm belangrijk.’
Op het
vlak van trauma begrijpen en ervan helen was mama worden wereldschokkend voor
mij.
‘Ik ben
op mijn zestiende uit de sekte gestapt waar wij als gezin in zaten. Dat was een
heel moeilijke stap, want als je de leer van de goeroe de rug toekeert, word je
gezien als gespuis. Toen ben ik in een identiteitscrisis beland, omdat ik niet
meer goed wist wie ik was zonder de dogma’s en regels van de sekte. Dat is
uitgemond in een depressie, wat rond mijn twintigste leidde tot suïcidale
gedachten. Gelukkig ben ik toen in aanraking gekomen met EMDR. De sessies waren
enorm zwaar, maar heel doeltreffend. Mijn therapeut heeft toen mijn leven gered
door me handvatten aan te reiken waarmee ik zelf aan de slag kon. Na de
afhankelijkheid van de goeroe voelde het heel goed om m’n leven in eigen handen
te kunnen nemen. Rond mijn vierentwintigste was ik niet meer depressief, maar
ik ben altijd blijven werken aan mezelf en blijven lezen over het thema. Ik ben
heel erg geïnteresseerd in de gevoelswereld van de mens. Als journalist heb ik
hier ook veel rond gewerkt. Het gaf me het privilege om met verschillende experts
te kunnen spreken.’
In je boek schrijf je: “Een van de
belangrijkste sleutels om (de impact van) mijn verleden te leren begrijpen,
bleek het moederschap.”
‘Op mijn
zesendertigste ben ik mama geworden. Op het vlak van trauma begrijpen en ervan
helen was dat wereldschokkend voor mij. Ik wilde het helemaal anders aanpakken
dan mijn eigen ouders, die niet goed beseften welke verantwoordelijkheid je
hebt als je een kind maakt. Bij iedere ontwikkelingssprong van mijn zoon Rex
word ik geconfronteerd met het kind dat ik zelf was en welke dingen ik toen heb
gemist. Om hem wel goed te kunnen ondersteunen, moet ik mezelf ook geven wat ik
als kind nooit heb gekregen. Ik moet mezelf leren kalmeren en me veilig voelen
bij mezelf. Gelukkig had ik bij zijn geboorte al een heel pad afgelegd dankzij
verschillende therapievormen.
Het
maakt me dan ook heel blij dat m’n zoon al vaak heeft gezegd dat hij zich
veilig voelt bij mij. Hij staat heel goed in contact met z’n emoties. Hij kan
ze benoemen en doorvoelen. Toen hij nog maar tweeënhalf was, zei hij: “Mama, ik
ben boos, maar eigenlijk verdrietig.” Ik wil hier niet mee zeggen dat ik een
perfecte ouder ben die geen fouten maakt. Maar ik ben wel een bewuste ouder,
die rekening houdt met de noden van haar kind. Het was pijnlijk en
confronterend om het generationeel trauma te doorbreken, maar tegelijk ook
enorm helend.’
Veel jonge ouders schieten ook in een
kramp daardoor. Ze willen het beter doen dan hun eigen ouders, maar voelen zich
tekortschieten.
‘Ja, dat herken ik zeker ook in mijn omgeving. Veel jonge ouders willen het zo
goed doen dat ze de slinger wat laten doorslaan. Ik ben voorstander van mild
ouderschap, maar je moet dat niet als een dogma zien. Dat is ook niet de
bedoeling van mild ouderschap. Begrenzen is heel belangrijk voor kinderen, ook
om zich veilig te voelen.
Niet
alle kinderen hebben dezelfde aanpak nodig. Ook ik moet me constant aanpassen
aan mijn kind. Hij is nu zes en heeft een andere opvoeding nodig dan toen hij
een baby was of een peuter. Ik heb geleerd om strenger te zijn dan toen hij
kleiner was, en daar reageert hij zeer goed op. Voor iemand die zelf dominante
ouders had kan dat streng zijn griezelig lijken, maar er is een groot verschil
tussen dominantie en je aanpassen aan wat je kind op dat moment nodig heeft. Je
kind angst inboezemen en zo autoriteit afdwingen is geen goed plan, maar op een
natuurlijke manier regels opleggen als ouder is nodig. Ik vertrouw mijn kind en
hij vertrouwt mij. Dat geldt ook voor mijn kind en mijn man. Dat onderlinge
vertrouwen is enorm belangrijk. Als ik een fout maak excuseer ik me ook
tegenover mijn kind. Erkenning geven aan de emoties en noden van je kind is de
sleutel tot een gezonde relatie.
Er is
een groot verschil tussen een feilbare en een schadelijke ouder.
De
Engelse kinderarts en psychoanalyticus Donald Woods Winnicott stelde dat wat je
kind van je nodig heeft opschuift met de leeftijd. Een baby heeft omnipresente
ouders nodig om zich veilig te voelen. Hij sprak over de moeder in plaats van
de ouder, maar in moderne tijden geldt dat uiteraard voor verschillende
genders. Naargelang het kind groeit, wordt het ook minder afhankelijk van z’n
ouders. Dan is het belangrijk om te tonen dat ook ouders feilbaar zijn, en geen
superhelden. Zo help je kinderen om hun eigen pad te bewandelen en komt er een
gezond separatieproces op gang. Voor emotioneel onvolwassen ouders is dat
moeilijk, omdat zij hun eigen fouten niet kunnen toegeven en het vaak moeilijk
vinden als hun kind zelfstandiger wordt.
Er is
een groot verschil tussen een feilbare en een schadelijke ouder. Ik geef toe
dat ik feilbaar ben. Mijn kind ziet mijn fouten en dat vind ik ook belangrijk.
Op een bepaald moment kreeg Rex last van faalangst. Als hij kan zien dat ik ook
soms faal, helpt hem dat om minder streng te zijn voor zichzelf. Ik ben recent
opnieuw klassiek piano beginnen spelen en maak tijdens dat leerproces
natuurlijk fouten. Het kost tijd om iets te leren, en het is goed als een kind
dat kan zien bij volwassenen.’
Kinderen kunnen wrok voelen tegenover
hun ouders als ze beseffen dat hun moeilijke kindertijd een blijvende impact
heeft nagelaten. Je schrijft dat je niet gelooft in vergeven op commando als
oplossing voor die wrok. Wat bedoel je daarmee?
‘Het
concept van vergeven heeft voor mij een katholieke lading. God, het Opperwezen,
dat zondaars vergiffenis schenkt. Het klinkt alsof degene die vergiffenis
schenkt zich boven de ander stelt, vanuit een superieure positie. Ook hangt
vergeving vaak samen met het concept van schuld, terwijl het meer gaat om
verantwoordelijkheid.
Is alles wat er mis is in je leven de schuld van je emotioneel onvolwassen
ouders? Natuurlijk niet, maar feit is dat ouders wél een verantwoordelijkheid
dragen in de opvoeding van hun kinderen. Als die verantwoordelijkheid niet
wordt opgenomen – om welke reden dan ook – komt die vaak op de schouders van het
kind terecht. Dat is niet hoe het hoort te zijn.’
Jezelf
in vraag stellen is gezond, maar als je je eigen grootste vijand bent geworden,
dan moet je ingrijpen.
‘Gelukkig
kun je die verantwoordelijkheid symbolisch teruggeven. Dat besef alleen al kan
ervoor zorgen dat oude wrok of bitterheid begint te verdwijnen. Dat
“teruggeven” hoef je niet letterlijk te nemen: het is een innerlijk proces. Je
hoeft je ouders daar niet mee te confronteren, zeker als ze niet bereid zijn om
het verleden onder ogen te zien. Sommigen ontkennen hun aandeel of draaien de
rollen om, waardoor jij je opnieuw schuldig gaat voelen. Teruggeven betekent in
de eerste plaats erkennen dat jij als kind nooit verantwoordelijk was voor hun
tekortkomingen. Die last hoef je niet langer te dragen.’
Je wijdt ook een hoofdstuk aan je
innerlijke criticus. Hoe ontwikkel je zo’n zelfdestructieve stem in je hoofd?
‘Die
stem ontstaat in een kinderbrein, als een manier om jezelf te beschermen. Als
je kritiek verwacht van je ouders, wil je die te snel af zijn met je innerlijke
criticus. In mijn geval was het een reactie op mijn kritische moeder. Jezelf
bekritiseren is een manier om te voorkomen dat je wordt afgewezen. Hoe
voorwaardelijker de liefde is die je krijgt, hoe meer je last hebt van een
innerlijke criticus. Dit stemmetje vertelt je hoe je je moet gedragen, maar
baseert zich daarvoor op alle mogelijke kritiek van buitenaf. Wat start als
verdedigingsmechanisme raakt totaal ontspoord. Als deze stem je eigen intuïtie
wegduwt, kan het resulteren in zelfhaat. Door je bewust te worden van hoe die
stem is ontstaan, kun je het zelfdestructieve karakter ervan doorbreken. Bij
mij is de criticus nu een beschermer die aan mijn kant staat in plaats van me
boycot. Jezelf in vraag stellen is gezond, maar als je je eigen grootste vijand
bent geworden, dan moet je ingrijpen.’
Je hebt intussen een hele weg
afgelegd. Voel je je nu veilig bij jezelf?
‘Ik ben
er nog niet honderd procent. En ik weet niet of ik er ooit volledig zal zijn.
Eigenlijk vind ik mensen die beweren dat ze ergens honderd procent zijn altijd
een beetje griezelig. We blijven altijd wel iets meedragen en helen van trauma
is ook geen rechtlijnig proces. Je moet het zien zoals het pellen van een
ajuin, waarbij je telkens nieuwe lagen afpelt.
Ik heb
het gewonde kind in mezelf leren troosten. Daardoor kies ik nu meer voor wat ik
echt wil. Ik denk goed na of iets me energie geeft en zal het enkel doen als ik
het compromis de moeite waard vind. Op die manier kan ik zelf geven vanuit
overvloed in plaats van vanuit een tekort. Ik ben heel graag dienstbaar, maar
het moet wel mogelijk zijn. Het cliché dat je eerst zelf een zuurstofmasker
moet opzetten vooraleer je een ander helpt klopt gewoon echt.’
‘Omdat ik niet meer op zoek ben naar bevestiging van buitenaf kan ik ook stappen zetten om m’n leven in te richten zoals ik het wil. Veel angsten zijn verdwenen en mijn ambitie heeft een andere vorm gekregen. Ik ben veel bezig met hoe ik iets kan bijdragen aan de wereld of iets kan doen wat op collectief niveau van waarde is, in plaats van puur individueel. Ik voel minder nood aan applaus. Wat ik vroeger buiten mezelf zocht, vind ik nu binnenin mezelf en dat heeft mijn relatie met anderen enorm veranderd. Zo komen we terug bij de titel van het boek: mijn verbinding met anderen is nu veel beter en dieper dankzij het werk dat ik gedaan heb aan mezelf.
Onlangs
hoorde ik tijdens een lezing van een emeritus professor een heel interessant
inzicht over autoritaire leiders. Zij vertelde dat dominante leiders die het
alleenrecht willen zeer wantrouwig zijn. Vanuit wantrouwen kun je onmogelijk
tot verbinding komen. Het is juist door anderen te vertrouwen, dat je
veiligheid creëert en dat er een andere, betere samenleving ontstaat. Wie zich
veilig voelt bij zichzelf en bij anderen, zal minder snel z’n macht misbruiken.
Het lijkt momenteel een verre utopie, maar ik droom van zo’n wereld. Al zal dat
wellicht pas voor volgende generaties mogelijk zijn.’
Veilig bij jezelf: Ware verbinding met jezelf en anderen, Fleur van Groningen, Borgerhoff & Lamberigts. Ook te bestellen via Standaard Boekhandel en Bol.com.
(Dit artikel verscheen online bij Weekend Knack)