Hoe leer je jezelf opnieuw vertrouwen na trauma? Fleur van Groningen bundelt inzichten in ‘Veilig bij jezelf’


Fleur van Groningen schreef met Veilig bij jezelf een persoonlijk boek over hoe zij dichter bij zichzelf kwam door haar trauma’s te helen. We spraken haar over emotionele veiligheid, zelfregulatie en de kracht van verbinding. ‘Ik zocht onbewust naar mensen die me konden redden. Intussen vertrouw ik erop dat ik mezelf die veiligheid kan geven.’

Tekst: Lotte Philipsen
Foto’s: Carmen De Vos

Na bestsellers als Leven zonder filter en Voelen zonder filter duikt auteur en journalist Fleur van Groningen opnieuw in een onderwerp dat haar al jaren bezighoudt: jezelf veilig voelen na trauma. In Veilig bij jezelf onderzoekt ze hoe onverwerkte ervaringen uit onze kindertijd – zoals een emotioneel onveilige thuissituatie of een gebrek aan erkenning – zich kunnen vertalen in patronen die ons als volwassene blijven achtervolgen.

In het boek deelt ze inzichten van experts, maar ook persoonlijke ervaringen – niet om medelijden op te wekken, wel om herkenning te bieden. Zelf had de auteur een turbulente kindertijd en jeugd, met ouders die emotioneel niet volwassen waren. Om de cirkel te doorbreken, ging ze vanaf haar twintigste in therapie en startte zo het proces om haar eigen emoties te leren kennen en reguleren. Broodnodige skills, die ze als kind niet heeft meegekregen van thuis.

Van Groningen wil met haar werk een bondgenoot zijn voor wie worstelt met grenzen stellen, zelfkritiek of relationele pijn. Veilig bij jezelf is een uitnodiging om je los te maken van oude overtuigingen, en stap voor stap terug thuis te komen bij jezelf. ‘Wanneer je je van de misverstanden over jezelf ontdoet, begint je leven pas echt’, klinkt het.

‘Veilig bij jezelf’ is al je achtste boek. Waarom wilde je dit boek schrijven?
Fleur van Groningen: ‘De aanleiding voor dit boek was een persoonlijke gebeurtenis. Het is helaas tot een breuk gekomen tussen mij en mijn moeder en stiefvader. Dat heeft geleid tot een zoektocht naar datgene wat ik bij hen zocht, maar niet vond: de veiligheid die ik als kind niet heb gekregen. Ik kreeg te kampen met een afwezige vader en depressieve en kritische moeder. Ook werd ik slachtoffer van psychisch en seksueel misbruik en groeide ik op in een sekte, samen met m’n nieuw samengestelde gezin.

Hoewel ik geen afhankelijk type ben, zat ik daardoor onbewust te wachten op iemand die voor me zou zorgen. Intussen heb ik geleerd hoe ik die veiligheid als volwassene bij mezelf kan vinden. Dat inzicht was niet alleen voor mezelf heel belangrijk, maar ook voor de opvoeding van mijn zoon. Het is een confronterend rouwproces geweest, maar tegelijkertijd ook superleerzaam en versterkend. Ik ben nu veel onafhankelijker en wijzer.’

Wat wil de titel ‘Veilig bij jezelf. Ware verbinding met jezelf en anderen’ zeggen? Vanwaar de toevoeging van verbinding met anderen?
‘Getraumatiseerde mensen zoeken vaak oplossingen buiten zichzelf. Als je onvervulde noden hebt, zoek je contact met mensen vanuit een behoefte en een afhankelijkheid. Die behoefte kleurt de perceptie van de ander. Je ziet deze persoon minder voor wie hij is, maar meer voor wat hij voor jou zou kunnen betekenen.

Door te helen van trauma heb ik ontdekt wie ik echt ben en sta ik op een veel eerlijkere manier tegenover andere mensen.
Aan jezelf werken en zelfliefde ontwikkelen, wordt vaak als navelstaarderij gezien. En soms is het dat ook wel een beetje, maar echte zelfzorg is niet flauw of egoïstisch. Zolang je onbewust te kampen hebt met trauma’s, en er dus onvervulde noden aanwezig zijn, is het moeilijk om echt te verbinden met jezelf én met anderen.
Door te helen van trauma heb ik ontdekt wie ik echt ben en sta ik op een veel eerlijkere manier tegenover andere mensen. Ik zie hen niet meer als iemand die mijn problemen kan oplossen of me kan redden, maar ik zie hen voor wie zij zijn. Er is minder een onbewust verborgen agenda aanwezig. Helen van trauma is dus geen navelstaarderij, maar een vorm van mentale hygiëne, waardoor mensen op een meer authentieke manier met elkaar in contact kunnen komen.’

Trauma is een beetje een modewoord geworden, mede dankzij sociale media. Op welke manier manifesteert trauma zich voor jou?
‘Toen ik opgroeide, in de jaren tachtig, was er nog veel minder geweten over trauma. Nu wordt het inderdaad veel meer besproken, en misschien wordt de term zelfs iets te makkelijk gebruikt.

Mensen die niet bekend zijn met het begrip, zien trauma meestal als een schokkende gebeurtenis op een bepaald moment. In de psychologie wordt trauma gebruikt voor de gevolgen van de gebeurtenis binnenin de persoon zelf. De gebeurtenis kan eigenlijk al lang achter je liggen, maar de effecten ervan blijven actueel. Daardoor zit je opgesloten in een soort lus van trauma, tenzij je je ervan bewust wordt en er heling kan volgen. Een trauma ontstaat volgens experts op het moment dat je een emotie door moet die je niet aankunt, waardoor je erin blijft steken. Je wordt overspoeld door je emoties. Dat voelt vaak heel eenzaam, en als je niet goed wordt opgevangen kan dit lang aanslepen.

Voor mij manifesteert trauma zich als een wonde op vier niveaus: fysiek, mentaal, emotioneel en spiritueel. Trauma heeft namelijk impact op je brein, je zenuwstelsel, hoe je naar jezelf kijkt en hoe je je gevoelswereld ervaart. Het spirituele niveau wordt in de psychologie ook wel “je authentieke zelf” genoemd. Trauma uit zich op dat niveau door het gevoel te hebben dat je geen contact meer hebt met je echte zelf.’

Je focust in je boek sterk op kindertrauma’s en de gevolgen daarvan.

‘Inderdaad, ik heb aan den lijve ondervonden hoe emotioneel onvolwassen ouders trauma’s kunnen veroorzaken. Dat doen ze niet met opzet, maar het heeft wel kwalijke gevolgen.

Kinderen hebben ouders of verzorgers nodig die hun helpen om die emoties te leren kennen en doorvoelen, begrijpen en dragen.
Soms wordt er gesproken van “trauma met een grote T” of “trauma met een kleine t”. Ik heb beide meegemaakt. Iedereen kent de grote trauma’s die worden veroorzaakt door schokkende gebeurtenissen zoals oorlog, verkrachting en mishandeling. Maar ook andere zaken kunnen trauma’s veroorzaken. Zeker bij kleine kinderen, die hun emoties niet zelf kunnen reguleren. Zij hebben ouders of verzorgers nodig die hun helpen om die emoties te leren kennen en doorvoelen, begrijpen en dragen. Als de mensen die instaan voor de zorg van het kind zelf nooit geleerd hebben hoe ze met hun emoties moeten omgaan, is het moeilijk voor hen om een kind daarin te ondersteunen. Dat kan zo generaties doorgaan, waardoor een oorlogstrauma bijvoorbeeld nog lang negatieve gevolgen kan hebben in een stamboom. Het zal niet bij iedereen voor trauma’s zorgen, gelukkig, maar het is wel iets waar we als samenleving alert voor moeten zijn.’

Trauma is ook een beladen onderwerp. Heel wat moderne methodes om te helen van trauma zijn nog niet goed onderzocht. Hoe kijk jij daarnaar?
‘Ik ben natuurlijk geen expert, want ik heb niet gestudeerd voor psychiater of psycholoog. Daarom zal ik ook geen uitspraken doen over wat de beste aanpak is om te helen van trauma. Wel ben ik een ervaringsdeskundige. In mijn boeken vertrek ik dus altijd vanuit m’n eigen ervaring. Je kunt als lezer meenemen wat je aanspreekt en laten liggen wat je minder aanspreekt. Ik wil inspireren, maar zeker niet beweren dat ik de waarheid in pacht heb. De voorbije jaren heb ik enorm veel geleerd over trauma en ik ben er zeker van dat ik de komende jaren nog meer zal leren.

Het klopt dat niet alle experts en therapeuten het eens zijn over wat werkt, omdat er nog veel onderzoek nodig is. Ook niet alle getraumatiseerde mensen hebben baat bij dezelfde aanpak. Ik kan alleen vertellen wat voor mij heeft gewerkt, en dat zijn zowel klassiekere therapieën als nieuwere methodes.’

Welke therapieën zorgden bij jou voor een doorbraak?
‘Ik heb heel veel gehad aan EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) therapie, die werkt met oogbewegingen. Het is een methode ontwikkeld voor oorlogsveteranen, die te kampen kregen met posttraumatisch stresssyndroom. Omwille van mijn moeilijke kindertijd kreeg ik ook die diagnose. EMDR heeft voor mij wonderen verricht. Of zo’n therapie werkt hangt deels af van de therapeut en de klik die je al dan niet voelt.

Daarnaast heb ik ook veel aan lichaamswerk gehad, wat meer omstreden is omdat er nog niet veel wetenschappelijke consensus over bestaat. Ik hoop dat er meer onderzoek naar wordt gedaan, want zowel voor mij als veel mensen uit m’n omgeving werkt dit enorm goed. Fasciatherapie, waarbij een manueel therapeut aan de slag gaat met je bindweefsel, vond ik bijvoorbeeld een revelatie. Hiervan wordt gezegd dat het je zenuwstelsel uit de overlevingsmodus haalt. Het helpt je om lichamelijk van chronische stress naar ontspanning te gaan. Dat is exact wat ik heb voelen gebeuren met mijn lichaam. Omdat ik door trauma constant in een soort overlevingsmodus stond, kwam de ontspanning die fascia me bracht als geroepen. Een relaxed lichaam helpt ook m’n mentale processen enorm, het werkt op elkaar in.’

Wat is het voordeel van lichaamstherapie ten opzichte van praatgerichte therapie voor jou?
‘Lichaamswerk vind ik een heel goede ondersteuning, maar geen vervanging voor andere therapieën. Het is dus geen of-of-verhaal. Van trauma wordt gezegd dat het vooral wordt opgeslagen in het non-verbale gedeelte van de hersenen. Zeker als het trauma stamt uit de periode voor je kon praten. Gesprekstherapie is dan vaak niet voldoende. Het geeft je vaak wel belangrijke inzichten. Zelf heb ik daar ook nood aan gehad en mijn sessies bij m’n psychotherapeut zijn zeer waardevol geweest. Ik heb ook veel gelezen over het thema en met experts gesproken in mijn rol als journalist. Om te helen, had ik echter meer nodig dan het probleem leren kennen en erover praten. Ik moest echt aan de slag met die inzichten. Voor mij werkt lichaamsgerichte therapie en EMDR op dat vlak beter, omdat het een ervaring is, meer dan een inzicht.

Het is een persoonlijke zoektocht en je moet je er bewust van zijn dat er overal charlatans of minder bekwame therapeuten tussen zitten. Soms gaat het hen om macht in plaats van mensen echt helpen, wat natuurlijk geen goede instelling is. Stel jezelf de volgende vragen: is de therapeut me aanbevolen door iemand of een instelling die ik vertrouw? Voelt dit oké? Voel ik me op mijn gemak bij deze therapeut? Merk ik effect van de therapievorm?’

Ook als er nog geen wetenschappelijke consensus is?
‘Ik ben geboeid door de wetenschap, maar er bestaat zoiets als voortschrijdend inzicht. Het onderzoek rond psychologische thema’s is voortdurend in evolutie.

Trauma is zoiets persoonlijks, niet voor iedereen werkt hetzelfde. Voor sommige mensen is het steeds opnieuw moeten vertellen over hun trauma’s net hertraumatiserend. Zij moeten kunnen thuiskomen in hun eigen lichaam. Dat heb ik zelf ook ervaren. Ik ben als kind verkracht en vond het heel moeilijk om te stoppen met piekeren en in m’n lichaam te zakken. Daar heb ik lichaamswerk voor nodig gehad. Zo heb ik mijn lichaam opnieuw leren vertrouwen.

Ik laat mij graag leiden door mijn intuïtie en ook door wat de mensen die ik vertrouw delen over hun ervaringen. Zo ben ik ook in aanraking gekomen met TRE (tension/trauma releasing excercises), waarbij je natuurlijke trilreactie op gevaar wordt gestimuleerd via oefeningen. Dat is zeker nog geen conventionele aanpak, maar voor mij werkte dit heel goed. Ik voelde enorm veel spanning loskomen en erna was ik supervermoeid, maar op een aangename manier. Dat is natuurlijk geen bewijs dat het voor iedereen nuttig is, maar ik deel gewoon mijn ervaring en ga zeker niet preken over wat anderen moeten doen.’

Je wilt geen goeroe zijn.
‘Absoluut niet. Tussen mijn negende en zestiende ben ik in een sekte opgegroeid, dus ik heb een absolute hekel aan goeroes. Volgelingen van goeroes zijn heel afhankelijk en hopen dat hun leider hun problemen kan oplossen. De goeroe zelf wil aanbeden worden, om zo z’n eigen schaduwkant niet te hoeven aankijken. Dat is een ongezonde dynamiek. Ik vind gelijkwaardigheid enorm belangrijk.’ 

Op het vlak van trauma begrijpen en ervan helen was mama worden wereldschokkend voor mij.
Ik ben op mijn zestiende uit de sekte gestapt waar wij als gezin in zaten. Dat was een heel moeilijke stap, want als je de leer van de goeroe de rug toekeert, word je gezien als gespuis. Toen ben ik in een identiteitscrisis beland, omdat ik niet meer goed wist wie ik was zonder de dogma’s en regels van de sekte. Dat is uitgemond in een depressie, wat rond mijn twintigste leidde tot suïcidale gedachten. Gelukkig ben ik toen in aanraking gekomen met EMDR. De sessies waren enorm zwaar, maar heel doeltreffend. Mijn therapeut heeft toen mijn leven gered door me handvatten aan te reiken waarmee ik zelf aan de slag kon. Na de afhankelijkheid van de goeroe voelde het heel goed om m’n leven in eigen handen te kunnen nemen. Rond mijn vierentwintigste was ik niet meer depressief, maar ik ben altijd blijven werken aan mezelf en blijven lezen over het thema. Ik ben heel erg geïnteresseerd in de gevoelswereld van de mens. Als journalist heb ik hier ook veel rond gewerkt. Het gaf me het privilege om met verschillende experts te kunnen spreken.’

In je boek schrijf je: “Een van de belangrijkste sleutels om (de impact van) mijn verleden te leren begrijpen, bleek het moederschap.”
‘Op mijn zesendertigste ben ik mama geworden. Op het vlak van trauma begrijpen en ervan helen was dat wereldschokkend voor mij. Ik wilde het helemaal anders aanpakken dan mijn eigen ouders, die niet goed beseften welke verantwoordelijkheid je hebt als je een kind maakt. Bij iedere ontwikkelingssprong van mijn zoon Rex word ik geconfronteerd met het kind dat ik zelf was en welke dingen ik toen heb gemist. Om hem wel goed te kunnen ondersteunen, moet ik mezelf ook geven wat ik als kind nooit heb gekregen. Ik moet mezelf leren kalmeren en me veilig voelen bij mezelf. Gelukkig had ik bij zijn geboorte al een heel pad afgelegd dankzij verschillende therapievormen.

Het maakt me dan ook heel blij dat m’n zoon al vaak heeft gezegd dat hij zich veilig voelt bij mij. Hij staat heel goed in contact met z’n emoties. Hij kan ze benoemen en doorvoelen. Toen hij nog maar tweeënhalf was, zei hij: “Mama, ik ben boos, maar eigenlijk verdrietig.” Ik wil hier niet mee zeggen dat ik een perfecte ouder ben die geen fouten maakt. Maar ik ben wel een bewuste ouder, die rekening houdt met de noden van haar kind. Het was pijnlijk en confronterend om het generationeel trauma te doorbreken, maar tegelijk ook enorm helend.’

Veel jonge ouders schieten ook in een kramp daardoor. Ze willen het beter doen dan hun eigen ouders, maar voelen zich tekortschieten.
‘Ja, dat herken ik zeker ook in mijn omgeving. Veel jonge ouders willen het zo goed doen dat ze de slinger wat laten doorslaan. Ik ben voorstander van mild ouderschap, maar je moet dat niet als een dogma zien. Dat is ook niet de bedoeling van mild ouderschap. Begrenzen is heel belangrijk voor kinderen, ook om zich veilig te voelen.

Niet alle kinderen hebben dezelfde aanpak nodig. Ook ik moet me constant aanpassen aan mijn kind. Hij is nu zes en heeft een andere opvoeding nodig dan toen hij een baby was of een peuter. Ik heb geleerd om strenger te zijn dan toen hij kleiner was, en daar reageert hij zeer goed op. Voor iemand die zelf dominante ouders had kan dat streng zijn griezelig lijken, maar er is een groot verschil tussen dominantie en je aanpassen aan wat je kind op dat moment nodig heeft. Je kind angst inboezemen en zo autoriteit afdwingen is geen goed plan, maar op een natuurlijke manier regels opleggen als ouder is nodig. Ik vertrouw mijn kind en hij vertrouwt mij. Dat geldt ook voor mijn kind en mijn man. Dat onderlinge vertrouwen is enorm belangrijk. Als ik een fout maak excuseer ik me ook tegenover mijn kind. Erkenning geven aan de emoties en noden van je kind is de sleutel tot een gezonde relatie.

Er is een groot verschil tussen een feilbare en een schadelijke ouder.
De Engelse kinderarts en psychoanalyticus Donald Woods Winnicott stelde dat wat je kind van je nodig heeft opschuift met de leeftijd. Een baby heeft omnipresente ouders nodig om zich veilig te voelen. Hij sprak over de moeder in plaats van de ouder, maar in moderne tijden geldt dat uiteraard voor verschillende genders. Naargelang het kind groeit, wordt het ook minder afhankelijk van z’n ouders. Dan is het belangrijk om te tonen dat ook ouders feilbaar zijn, en geen superhelden. Zo help je kinderen om hun eigen pad te bewandelen en komt er een gezond separatieproces op gang. Voor emotioneel onvolwassen ouders is dat moeilijk, omdat zij hun eigen fouten niet kunnen toegeven en het vaak moeilijk vinden als hun kind zelfstandiger wordt.

Er is een groot verschil tussen een feilbare en een schadelijke ouder. Ik geef toe dat ik feilbaar ben. Mijn kind ziet mijn fouten en dat vind ik ook belangrijk. Op een bepaald moment kreeg Rex last van faalangst. Als hij kan zien dat ik ook soms faal, helpt hem dat om minder streng te zijn voor zichzelf. Ik ben recent opnieuw klassiek piano beginnen spelen en maak tijdens dat leerproces natuurlijk fouten. Het kost tijd om iets te leren, en het is goed als een kind dat kan zien bij volwassenen.’

Kinderen kunnen wrok voelen tegenover hun ouders als ze beseffen dat hun moeilijke kindertijd een blijvende impact heeft nagelaten. Je schrijft dat je niet gelooft in vergeven op commando als oplossing voor die wrok. Wat bedoel je daarmee?  
‘Het concept van vergeven heeft voor mij een katholieke lading. God, het Opperwezen, dat zondaars vergiffenis schenkt. Het klinkt alsof degene die vergiffenis schenkt zich boven de ander stelt, vanuit een superieure positie. Ook hangt vergeving vaak samen met het concept van schuld, terwijl het meer gaat om verantwoordelijkheid.
Is alles wat er mis is in je leven de schuld van je emotioneel onvolwassen ouders? Natuurlijk niet, maar feit is dat ouders wél een verantwoordelijkheid dragen in de opvoeding van hun kinderen. Als die verantwoordelijkheid niet wordt opgenomen – om welke reden dan ook – komt die vaak op de schouders van het kind terecht. Dat is niet hoe het hoort te zijn.’

Jezelf in vraag stellen is gezond, maar als je je eigen grootste vijand bent geworden, dan moet je ingrijpen.
Gelukkig kun je die verantwoordelijkheid symbolisch teruggeven. Dat besef alleen al kan ervoor zorgen dat oude wrok of bitterheid begint te verdwijnen. Dat “teruggeven” hoef je niet letterlijk te nemen: het is een innerlijk proces. Je hoeft je ouders daar niet mee te confronteren, zeker als ze niet bereid zijn om het verleden onder ogen te zien. Sommigen ontkennen hun aandeel of draaien de rollen om, waardoor jij je opnieuw schuldig gaat voelen. Teruggeven betekent in de eerste plaats erkennen dat jij als kind nooit verantwoordelijk was voor hun tekortkomingen. Die last hoef je niet langer te dragen.’

Je wijdt ook een hoofdstuk aan je innerlijke criticus. Hoe ontwikkel je zo’n zelfdestructieve stem in je hoofd?
‘Die stem ontstaat in een kinderbrein, als een manier om jezelf te beschermen. Als je kritiek verwacht van je ouders, wil je die te snel af zijn met je innerlijke criticus. In mijn geval was het een reactie op mijn kritische moeder. Jezelf bekritiseren is een manier om te voorkomen dat je wordt afgewezen. Hoe voorwaardelijker de liefde is die je krijgt, hoe meer je last hebt van een innerlijke criticus. Dit stemmetje vertelt je hoe je je moet gedragen, maar baseert zich daarvoor op alle mogelijke kritiek van buitenaf. Wat start als verdedigingsmechanisme raakt totaal ontspoord. Als deze stem je eigen intuïtie wegduwt, kan het resulteren in zelfhaat. Door je bewust te worden van hoe die stem is ontstaan, kun je het zelfdestructieve karakter ervan doorbreken. Bij mij is de criticus nu een beschermer die aan mijn kant staat in plaats van me boycot. Jezelf in vraag stellen is gezond, maar als je je eigen grootste vijand bent geworden, dan moet je ingrijpen.’

Je hebt intussen een hele weg afgelegd. Voel je je nu veilig bij jezelf?
‘Ik ben er nog niet honderd procent. En ik weet niet of ik er ooit volledig zal zijn. Eigenlijk vind ik mensen die beweren dat ze ergens honderd procent zijn altijd een beetje griezelig. We blijven altijd wel iets meedragen en helen van trauma is ook geen rechtlijnig proces. Je moet het zien zoals het pellen van een ajuin, waarbij je telkens nieuwe lagen afpelt.

Ik heb het gewonde kind in mezelf leren troosten. Daardoor kies ik nu meer voor wat ik echt wil. Ik denk goed na of iets me energie geeft en zal het enkel doen als ik het compromis de moeite waard vind. Op die manier kan ik zelf geven vanuit overvloed in plaats van vanuit een tekort. Ik ben heel graag dienstbaar, maar het moet wel mogelijk zijn. Het cliché dat je eerst zelf een zuurstofmasker moet opzetten vooraleer je een ander helpt klopt gewoon echt.’

Vanuit wantrouwen kun je onmogelijk tot verbinding komen.
Omdat ik niet meer op zoek ben naar bevestiging van buitenaf kan ik ook stappen zetten om m’n leven in te richten zoals ik het wil. Veel angsten zijn verdwenen en mijn ambitie heeft een andere vorm gekregen. Ik ben veel bezig met hoe ik iets kan bijdragen aan de wereld of iets kan doen wat op collectief niveau van waarde is, in plaats van puur individueel. Ik voel minder nood aan applaus. Wat ik vroeger buiten mezelf zocht, vind ik nu binnenin mezelf en dat heeft mijn relatie met anderen enorm veranderd. Zo komen we terug bij de titel van het boek: mijn verbinding met anderen is nu veel beter en dieper dankzij het werk dat ik gedaan heb aan mezelf.

Onlangs hoorde ik tijdens een lezing van een emeritus professor een heel interessant inzicht over autoritaire leiders. Zij vertelde dat dominante leiders die het alleenrecht willen zeer wantrouwig zijn. Vanuit wantrouwen kun je onmogelijk tot verbinding komen. Het is juist door anderen te vertrouwen, dat je veiligheid creëert en dat er een andere, betere samenleving ontstaat. Wie zich veilig voelt bij zichzelf en bij anderen, zal minder snel z’n macht misbruiken. Het lijkt momenteel een verre utopie, maar ik droom van zo’n wereld. Al zal dat wellicht pas voor volgende generaties mogelijk zijn.’


Veilig bij jezelfWare verbinding met jezelf en anderen, Fleur van Groningen, Borgerhoff & Lamberigts. Ook te bestellen via Standaard Boekhandel en Bol.com.

(Dit artikel verscheen online bij Weekend Knack)







 


Populaire posts van deze blog

Achterlopen op leeftijdsgenoten door trauma

ARTIKEL: Hoogbegaafdheid, geen luxeprobleem

PODCAST MENSENKENNIS