OP DE SOFA - Fleur van Groningen in Psychologies

Ze werd onlangs veertig, bracht deze maand haar zesde boek uit en zegt zelf dat ze zich nooit gelukkiger voelde dan op dit moment in haar leven. Redenen genoeg om schrijfster Fleur van Groningen uit te nodigen voor een diepgaand gesprek over de dappere zoektocht naar wat ze haar ‘authentieke zelf’ noemt.

Tekst: Ans Vroom - foto's: Studio Leyssen - visagie: Ine Bongaerts - kledij: Xandres

Het is een stralende Fleur die op een heerlijke zomermiddag van haar latte nipt op een zonovergoten Antwerps terras. Haar gulle, warme glimlach verraadt veel over haar huidige gemoedstoestand. Voor mij zit overduidelijk een tevreden vrouw. Wie haar boeken gelezen heeft weet nochtans dat het ooit anders geweest is. De artistieke duizendpoot (Fleur schrijft, maakt muziek, schildert en tekent cartoons) is in haar werk doorgaans heel open over haar moeilijke jeugd, haar afwezige vader, haar ervaringen met grensoverschrijdend gedrag en haar depressieve periodes. In haar nieuwste boek Voelen zonder filter legt ze haarfijn uit hoe ze erin geslaagd is de trauma’s uit haar verleden te verwerken en eindelijk emotioneel volwassen te worden, ondanks de vele hindernissen op haar pad. Zelf noemt ze het een ‘verslag van leren voelen’.

Mensen kennen jou als een hoogsensitief persoon. Toch heeft het bijna tot je veertigste geduurd voor je naar eigen zeggen echt leerde voelen.   

Fleur van Groningen: ‘Door mijn hoogsensitiviteit ben ik inderdaad altijd supergevoelig geweest. Maar ik heb pas laat beseft dat gevoelig zijn niet betekent dat je goed kan voelen. Dat zijn twee verschillende dingen. Echt voelen betekent dat je bij jezelf een emotie kan herkennen, die vervolgens kan doorvoelen en daarna ook weer kan loslaten. Ik groeide op met een depressieve moeder die mij parentificeerde, waardoor ik mijn eigen schaduwkant moest onderdrukken. Mijn emoties waren te belastend voor haar, dus heb ik tijdens mijn jeugd onbewust de verbinding met mijn binnenste grotendeels verbroken. Het is pas wanneer ik op latere leeftijd zelf een depressie kreeg dat ik gedwongen werd om pijn, woede en verdriet te gaan voelen. Gaandeweg heb ik geleerd om al die emoties alsnog te doorvoelen en op te ruimen.’

Vanwaar kwam de noodzaak om dat proces opnieuw met een lezerspubliek te delen?

F.v.G: ‘Lange tijd heb ik mij heel alleen gevoeld met mijn emotionele worstelingen. Ik dacht dat ik achterliep op de anderen en dat iedereen emotioneel volwassen was, behalve ik. Tot ik begon te zien dat de waarheid helemaal anders ligt, en dat veel ouders hun emotionele pijn doorgeven aan hun kinderen, wat onnoemelijk veel lijden veroorzaakt. Tijdens de coronapandemie werden mensen naar binnen gedwongen. Ik merkte hoe sommigen het moeilijk hadden met die confrontatie. Er kwamen veel trauma’s en onverwerkt verdriet naar boven, en ik zag vooral onvermogen om daar op een constructieve manier mee om te gaan. Ondertussen is er terug meer afleiding, en is het verleidelijk om dingen opnieuw onder de mat te schuiven. Ik ben er echter van overtuigd dat veel mensen aan de slag willen met hun mentale problemen, maar niet altijd weten hoe ze daaraan moeten beginnen. Dit boek is er voor hen. Ik zie mijzelf als een compagnon de route die vertelt hoe het bij mij is gegaan, om zo misschien lotgenoten te inspireren.’

In je boek omschrijf je jezelf als je eigen studieobject. Is die interesse in psychologie er altijd al geweest?

F.v.G.: ‘Ik heb altijd geweten dat ik graag ten dienste wilde staan van andere mensen, maar ik had nooit gedacht dat het deze vorm zou aannemen. Mijn interesse in psychologie is er gekomen vanuit een grote overlevingsdrang. Ik ben opgegroeid bij een emotioneel onvolwassen moeder en een afwezige vader. Ik heb van thuis uit nooit de tools gekregen om om te gaan met moeilijke gebeurtenissen, dus ik moest wel zelf op zoek gaan naar manieren om mijn trauma’s te boven te komen. Met behulp van therapeuten heb ik gaandeweg geleerd om mijn angsten te verwerken, maar ik heb alles zelf moeten uitzoeken omdat niemand anders het voor mij deed. Ik ga ervan uit dat ik niet uniek ben, en dat er een heleboel mensen zijn zoals ik. Daarom schrijf ik de boeken die ik als jonge vrouw had willen lezen. Als ik dit boek op mijn twintigste had gelezen, had ik mijzelf veel tijd en zoekwerk bespaard.’

Je boek leest inderdaad bijna als een toegankelijke cursus psychologie, waarin zowel trauma, hechting, narcisme, verslaving en codependentie aan bod komen. Wat maakt jou een expert om het hierover te hebben?

F.v.G.: ‘Ik ben zelf mijn grootste criticus. Ik heb dus wel degelijk iets moeten overwinnen om op deze manier naar buiten te durven komen. Maar na het succes van Leven zonder filter (Fleurs boek over hoogsensitiviteit) werd ik overspoeld met hulpvragen van lezers. Ik besefte dat ik wel degelijk iets kon betekenen voor anderen door mijn persoonlijke verhaal met hen te delen, ook al heb ik misschien geen diploma psychologie. Ik geloof dat overlevers van trauma vaak de echte specialisten zijn, en dat niet alle kennis uit een studieboek hoeft te komen. Ik heb mij lang minderwaardig gevoeld door dat gebrek aan diploma, maar ik geloof nu dat ik de bagage heb om mensen te helpen, zonder aan zelfoverschatting te doen. Ik doe dat bewust niet op een belerende manier, maar stel mij kwetsbaar op. Ik plaats mij op gelijke voet met mijn lezers en introduceer termen die ze misschien nog niet kennen, zodat ze zich verder kunnen gaan informeren. Het moeilijkste aan je slecht voelen is niet weten waar de pijn vandaan komt. Dit boek is bedoeld voor mensen die dat willen uitzoeken, mensen die bereid zijn om aan zichzelf te werken en de wens voelen om te evolueren.’

Leven zonder filter was een bestseller. Er werden sinds de publicatie in 2017 meer dan 60.000 exemplaren van verkocht. Toch geef je nu toe dat je niet van dat succes hebt kunnen genieten. Was je destijds te overrompeld door de aandacht?

F.v.G.: ‘Ik was inderdaad niet voorbereid op het enorme succes van dat boek. Uiteraard was ik dankbaar voor de aandacht en de erkenning, maar ik verkeerde in de maanden na de publicatie in een constante staat van overprikkeling. Mensen klampten mij aan om mij te bedanken of om advies te vragen, maar ik was op dat moment zelf nog aan het herstellen van een toxische relatie met psychisch misbruik. Ik had last van angst en wantrouwen, ik had weinig te geven. Daarnaast kreeg ik in diezelfde periode twee miskramen te verwerken, en verloor ik op twee weken tijd mijn vader en mijn grootmoeder. Ik ging door een hele intense periode. Het is pas onlangs dat ik besefte dat dat boek echt een verschil gemaakt heeft voor veel mensen. Zoveel gevoelige mensen zitten in een isolement. Pas wanneer ze ontdekken dat ze met velen zijn gaan ze zichzelf minder bekritiseren. Op dat moment kunnen ze samen krachtiger worden. Nu ontroert het mij dat ik daartoe heb bijgedragen.’

Ondertussen is er veel veranderd in je leven. Je schrijft dat je voor het eerst een gelukkige, stabiele relatie hebt, en je bent mama geworden van een zoon.

F.v.G.: ‘Het moederschap was de grootste motor voor het schrijven van mijn nieuwe boek, en vooral voor het proces dat eraan voorafging. Zonder mijn zoontje Rex had ik nooit de moed gehad om mijn laatste angsten onder ogen te zien. Ik dacht dat ik komaf had gemaakt met mijn verleden, tot ik merkte dat mijn kind het moeilijk kreeg wanneer ik gespannen was. Rex sliep bijvoorbeeld heel slecht op momenten dat ik ergens mee worstelde. Ik wilde niet dat hij de dupe werd van mijn onderdrukte emoties, dus heb ik een vast stramien ontwikkeld om mijn emoties heel bewust te doorvoelen en af te voeren, zodat ik er niet meer door gegijzeld word. Ik voel mij nu heel rustig en gebalanceerd. Mijn zoon heeft mij gedwongen om aan zelfzorg te doen en niet meer over mijn eigen grenzen te gaan, om zo een betere moeder voor hem te worden.’

Je hebt het in je boek ook over transgenerationeel trauma. Heb je door je eigen opvoeding getwijfeld aan je capaciteiten als moeder?

F.v.G.: ‘Ik wilde vooral dat mijn kind niet moest meemaken wat ik heb meegemaakt. Ik ben heel lang kwaad geweest op mijn ouders zonder dat ik het besefte. Het heeft tot vlak voor mijn bevalling geduurd voor ik die woede kon toelaten. Als je als kind niet leert om het totale spectrum aan emoties te doorvoelen krijg je later problemen. Want emoties blijven in uw onderbewustzijn hangen, tot de emmer overloopt. Dat gebeurde bij mij voor het eerst op mijn zestiende, toen ik een zware depressie kreeg. De dam brak, en ik werd overspoeld door een gevoel van doodsangst en waanzinnig verdriet. Mijn man Seppe en ik leren onze zoon nu dat al zijn gevoelens er mogen zijn. Hopelijk zal hij zich nooit onbegrepen of afgewezen voelen, zoals ik als kind toen mijn ouders er niet voor mij konden zijn.’

Ondanks de traumatische ervaringen uit je jeugd hamer je er in je boek heel sterk op dat je geen wrok meer koestert tegenover je ouders. Hoe is je relatie vandaag met je moeder?

F.v.G.: ‘Mijn moeder heeft samen met mij een lang en helend proces afgelegd. Ze geeft toe dat er vroeger dingen zijn misgegaan en ze heeft aan zichzelf gewerkt. Ik heb haar vergeven en ben trots op haar moed om fouten toe te geven en ermee aan de slag te gaan. Ze is niet meer de persoon die ze toen was, mede dankzij mijn stiefvader die ook voor mij veel betekend heeft. Mijn echte vader kon heel weinig geven, maar hij kwam wel veel halen. Daardoor voelde ik mij als jong meisje vaak uitgehold en gebruikt. Ondertussen weet ik dat hij zelf een zeer traumatiserende jeugd heeft gehad. De pijn is er soms nog steeds, maar de rancune is weg. Mijn vader is gestorven en kan mij geen pijn meer doen, en mijn moeder is veranderd en doet haar best om mij geen pijn meer te doen. Ze is fier op wie ik geworden ben, en ik ben haar heel dankbaar dat ze mij ons verhaal laat delen met mijn lezers.’

Naast je ouders zijn er ook andere mensen die jou beschadigd hebben, zoals de pesters uit je schooltijd en plegers van seksueel misbruik. Hoe moeilijk is het om hen te vergeven?

F.v.G.: ‘Ik ben bijna heel mijn schoolcarrière gepest geweest. Ik deel in mijn boek enkel de ervaringen die verwerkt zijn, maar de littekens blijven. Ik ben nog steeds gevoelig voor gemene opmerkingen. Ik heb mij ook heel lang willen bewijzen tegenover de pesters van vroeger, maar die geldingsdrang is gelukkig voorbij. Omdat ik ondertussen een goede relatie heb met mezelf ben ik niet meer zo afhankelijk van wat de buitenwereld denkt. Seksueel misbruik is een ander verhaal. Wie als kind een verkrachting meemaakt is voor altijd getekend. Ik ben grotendeels geheeld maar ik weet niet of ik het ooit volledig verwerkt krijg, al heb ik al een lange weg afgelegd. Tegelijkertijd zorgen die ervaringen ervoor dat ik makkelijk begrip kan opbrengen voor andere slachtoffers.’

Je probeerde door de jaren heen verschillende soorten behandelingen uit, van traditionele praattherapie tot EMDR, ademhalings- en fasciatherapie tot meditatie. Waar heb je zelf het meeste aan gehad?

F.v.G.: ‘EMDR heeft een spectaculair effect op mij gehad. Het heeft mij geholpen om mijn hersenen te herprogrammeren en de trauma’s uit mijn jeugd op te ruimen. Daarnaast geloof ik ook heel erg in lichaamsgerichte therapieën. Want ook je lichaam slaat negatieve herinneringen zoals stressreacties op. Als trauma’s niet verwerkt worden kan je lijf blokkeren. Omdat ik zo lang in overlevingsmodus heb geleefd ontwikkelde ik maag- en darmproblemen. Tijdens de fasciatherapie heb ik voor de allereerste keer gevoeld wat echte ontspanning is. Mijn lichaam werd ineens een fijne plek om in te wonen, terwijl ik het daarvoor als een last beschouwde. Ik was er ook nooit tevreden over. Tijdens een verkrachting word je zodanig gebruuskeerd in je vrouwelijkheid dat het moeilijk kan zijn om je lichaam daarna nog graag te zien. Ook mijn twee miskramen zorgden voor een negatieve houding tegenover mijn lijf. Daarom ben ik zo dankbaar dat het mij toch gelukt is om een gezond kind op de wereld te zetten.’

Je hamert ook op het belang van mentale hygiëne. Hoe breng je dat in de praktijk?

F.v.G: ‘Ik ben ervan overtuigd dat onbewuste gedachten vaak bewuste emoties veroorzaken, dus ik train mezelf in positief denken. Ik doe bijvoorbeeld niet meer aan veronderstellingen, want daar kruipt te veel energie in. Ik ben ook gestopt met piekeren over dingen die ik toch niet kan veranderen. Gesprekken in je hoofd voeren, roddelen over anderen, het heeft allemaal geen zin. Ik probeer niet vooringenomen te zijn en zo open mogelijk naar de wereld te kijken. Maar dat zijn allemaal dingen die ik gaandeweg heb moeten leren. Je kan pas mildheid opbrengen voor anderen als je mild bent voor jezelf.’

Het lijkt alsof je op je veertigste sterker dan ooit in je schoenen staat.

F.v.G.: ‘Dat is zo. Ik voel me vooral heel tevreden. Ik prijs mezelf gelukkig met mijn goede relatie, mijn geweldige zoon en mijn knusse huisje met mijn mooie tuin. Ik ben niet materialistisch ingesteld. Omdat ik als kind heel weinig heb gehad, ben ik nu snel dankbaar om kleine dingen. Uiteindelijk draait alles in het leven om liefde en schoonheid. Ik weet wat het is om dat niet te hebben, dus ik kan er intens van genieten, al heb ik er hard voor gewerkt om mezelf dat gevoel te gunnen. Veertig worden vond ik niet evident. Ik had het gevoel dat ik nog zoveel goed moest maken tegenover het kleine meisje van vroeger, het meisje aan wie ik een beter leven beloofd had. Tot ik besefte dat haar kinderlijke definitie van een beter leven berustte op een misverstand. Zij zocht succes en bevestiging in uiterlijkheden, maar het ging erom dat ik leerde om emotioneel volwassen te worden. Ik heb geleerd om mezelf liefde te geven, zodat ik het ook aan anderen kan geven. En op die manier heb ik precies gedaan wat dat kleine, beschadigde meisje nodig had.’

(Dit interview verscheen in Psychologies, nr 104, Herfst 2022.)







Populaire posts van deze blog

PODCAST MENSENKENNIS

Ik zie jou

GRATIS WEBINAR OVER TRAUMA