CINDY HEEFT ME NAAKT GEZIEN (column)
Cindy heeft me naakt gezien. We kenden elkaar niet, ik opende de deur, zij leidde me naar een donker kamertje en zei dat ik alles mocht uittrekken, wat ik deed. Het volgende moment stond ik bloot voor een zwart scherm, wijdbeens op twee kartonnetjes. Ze gebood me de ogen te sluiten. Ik had het anders verwacht.
Ooit had ik een vriendin die steeds met gratis tickets voor de zelftan kwam aanzetten. Je stapte in de smalle, plastic cabine van een cheape fitnessclub en stroopte je kleren af. Dan moest je een half uur met gesloten ogen wachten terwijl er iets vaags gebeurde dat lawaai maakte. Vervolgens stapte je eruit met de illusie dat je bruiner was. Thuis keek de harde waarheid je vanuit de badkamerspiegel aan. Maar we waren jong en we wilden wat, dus de volgende keer gingen we weer, in de hoop dat meerdere beurten wél effect hadden. Het was vrijwillig in een blikje kruipen en eruit rollen als een droog stuk tonijn.
Intussen ben ik ouder en grijzer, en bleker en vermoeider, na weer een lange winter en een lente die nauwelijks op gang kwam. Dus besloot ik me toch nog eens aan de zelf-tanning te wagen. Ik verwachtte me aan een cabine maar Cindy ging persoonlijk met een omgekeerde stofzuiger mijn hele lichaam af. Ik werd me bewust van elk stukje huid. Moest ik me een moordgriet hebben gewaand, dan had me dat wellicht niet zo veel gedaan. Maar nu was er sprake van een soort afstandelijke intimiteit. Ik voelde me ineens heel kwetsbaar en toch kreeg ik ook de indruk dat ik voortaan tot een geheime gemeenschap behoor. Die van alle mensen die ooit naakt zijn gezien door Cindy en, ondanks hun tekortkomingen, door haar werden geaccepteerd. Misschien geven ze elkaar een geheime groet– dacht ik. En krijg ik die dra ook, met mijn vers getinte snoet.
Ik durfde Cindy niet vragen of ik er voortaan oranje zou uitzien, of gestreept. Ze had een nette winkel, allicht verkocht ze enkel goede producten en kende ze haar vak. Ik vroeg wel of ze tegen cellulitis kon. Ze lachte; elke dag ziet ze zo veel lijven dat ze die onmiddellijk weer vergeet. Wat geruststellend om vergeten te worden. Zelf zou ik dat niet kunnen. Een lijf vertelt zo veel. Hoe imperfecter, hoe persoonlijker. Het kan vertedering opwekken met zijn gevoeligheid. Ik heb in het verleden van meerdere imperfecte lijven gehouden. Mededogen gevoeld. Gezien hoe dat lijf verried wat de bewoner wilde verhullen. Soms voelde ik ongewenste afschuw, om een gebrekkige hygiëne. En al die indrukken blijven me bij. Ik kan me nog steeds lijven van twintig jaar geleden voor de geest halen, lijven die intussen allang niet meer bestaan. Maar Cindy heeft duidelijk geen mening over mijn lijf. Ik herinner me dat ze ook anus-ontharing aanbiedt, en begrijp dat je dan op een bepaald moment je opinies moet laten varen.
Ik keer huiswaarts in wijde kledij en krijg de instructie niet in de regen te lopen tenzij ik er als een dalmatiër wil uitzien. De komende vier uur moet het intrekken, pas de volgende dag mag ik douchen. Tegen de avond ben ik heel donkerbruin - mijn man fronst. Maar de volgende ochtend tovert de douche me Californisch gezond en ontdek ik een heel nieuw zelfbeeld. Ik voel me vrolijker en opgefrist, heb meer levensvreugde. Soms haal je dat uit therapie en innerlijk werk. Soms komt het uit een omgekeerde stofzuiger.
(Deze column verscheen eerder in het zomer nummer van Psychologies - Vlaamse editie)