16 januari 2023

'Belangrijk is echt naar binnen gaan, zonder oordeel'

In 2017 brak Fleur van Groningen (40) door als auteur met ‘Leven zonder filter’ over haar ervaring met hoogsensitiviteit, een boek waar het grote publiek zich warm door aangesproken voelde. Later verscheen ‘Mijn kind, mijn spiegel’ over wat de transformatie tot moeder met zich meebrengt aan ervaringen en wijsheid. En in september 2022 was er ‘Voelen zonder filter’. Ook in dit boek vertrekt ze vanuit haar persoonlijke verhaal, waarbij ze verslag uitbrengt van werkelijk leren voelen. In dit boek waagt de auteur zich ook aan een toegankelijke, soms voorzichtig duidende taal, waarbij ze voornamelijk vanuit haar ervaring schrijft, maar toch zorgvuldig geïnformeerd overkomt.


tekst: KAREN TERLINCK voor METAFOOR

Voor mij heb je echt een gave om te praten in gewone mensentaal. Dat maakt jouw boeken heel toegankelijk voor een breed publiek.

FVG: “Die reactie krijg ik wel vaker, zelfs dat er met mijn boeken in de praktijk gewerkt wordt: therapeut en/of cliënt lezen mijn boek en nemen dit dan werkelijk mee in de sessies. Dat vind ik echt fijn om te horen.”

Klopt het dat jij zelf niet zozeer in jargon denkt?

FVG: “Toen ik zelf in therapie was, hanteerden mijn therapeut en ik niet bepaald technische taal. Later, nadat ik grotere doorbraken had gehad, ben ik veel gaan lezen en leerde ik dus achteraf het jargon voor de dingen die ik al eerder had doorgemaakt. Ik leerde begrippen zoals het pseudo-zelf, het onechte zelf en het authentieke zelf, om maar een voorbeeld te geven. Al die benamingen maken het wel overzichtelijker en bespreekbaarder. Je creëert een gepaste, gemeenschappelijke taal en je kan soms specifieker duiden. Maar ik vind het ervaringsgegeven toch wel heel belangrijk. Ik wil me niet vanuit het cognitieve beperken tot boekenwijsheid; het zijn mijn ervaringen die mij de wezenlijke inzichten brengen. Anderzijds is het ook fijn om de theorie te kunnen hanteren als een soort landkaart, het geeft overzicht.”

Je bent zelf lifecoach. Ga je hier ook mee aan de slag, in een eigen praktijk bijvoorbeeld?

FVG: “Ik heb gestudeerd om lifecoach te zijn en ik had ook een eigen praktijk, maar ik ben ermee gestopt nog voor ‘Leven zonder filter’ uitkwam. Ik was toen nog codependent, ik versmolt nog teveel met de andere persoon en kon niet goed afbakenen, qua tijd bijvoorbeeld. Ik had op dat moment naast mijn praktijk ook een drukke job en een toxische relatie die op zijn einde liep en kwam gewoon te weinig aan zelfzorg toe. Het was niet het juiste moment. Misschien dat ik het later nog opneem, ik sluit het alleszins niet uit. Op dit moment spreek ik vaak voor grote groepen, dat trekt me nu meer dan één op één werken. Sinds ‘Leven zonder filter’ geef ik lezingen. Dat geeft me het gevoel dat ik met eenvoudige taal veel mensen bereik, waar ze dan concreet iets mee kunnen. Misschien is dat wel een beetje de Pater Damiaan, of nog beter, de zuster Flora in mij. (lacht) Mogelijk ga ik ook met podcasts aan de slag. Op deze manier coach ik natuurlijk ook wel een beetje.”

Als ik je boeken lees, bedenk ik wel eens dat jij een fijne psychotherapeut zou zijn.

FVG: “Dat wordt wel vaker gezegd, maar ik heb daarvoor niet de gepaste theoretische achtergrond. Ik ben ooit aan de opleiding psychologie begonnen, maar het vak statistiek viel me echt niet mee. Ik heb dyscalculie, moet je weten. Bovendien was er een casusbespreking die erg dicht bij een stuk van mijn eigen levensverhaal kwam en dus erg confronterend voor me was. De docente in kwestie gaf aan dat de beste benadering van deze casus om een levenslange opname in psychiatrie vroeg. Dat kwam erg bij me aan en maakte zelfs dat ik, vanuit teleurstelling, gestopt ben met de opleiding.”

Je tekent en je schildert. Zou het creatieve therapeutschap dan niets voor jou zijn?

FVG: “Dat heb ik vroeger wel overwogen. Soms denk ik daar nog over, maar ik denk dat ik die creatieve therapie nu vooral op mezelf moet toepassen. Ik heb kunsthumanoria gedaan, mijn grote droom was om ooit schilder te worden. Mijn vader was schilder en hij wilde graag dat ik een artistieke weg uitging, maar ik heb me tegen hem afgezet. Daardoor heb ik mijn schilderen lange tijd stilgelegd en eigenlijk een stuk van mezelf verloochend.
Sinds een aantal jaren schilder ik weer en ik word er helemaal gelukkig van. Het voelt heel natuurlijk en puur aan, nog meer dan schrijven. Mijn schilderen is pure creatie, pure zelfexpressie, volledig aan het cognitieve voorbij. Ik ben dan gewoon. En wie weet, wat vloeit daar nog uit voort? Ik denk dat ik nu zo’n goed jaar rond ben met de grootste problemen in mijn leven, maar ik ben wel lang onderweg geweest. Dat maakt mij wel een beetje tot een wounded healer, en ik zal wellicht altijd wel een beetje wounded blijven. Vandaar de creatieve therapie voor mezelf.
Zelfzorg blijft hoe dan ook heel belangrijk. Wie niet aan zichzelf geeft, kan niet aan anderen blijven geven.”

In je boek ‘Mijn kind, mijn spiegel’ vond ik het heel treffend hoe je beschrijft dat je soms je zoontje dicht bij je neemt, zijn gespannenheid of emoties absorbeert en dan afvoert.

FVG: “Voor mij is dat heel natuurlijk, maar niet iedereen vindt dat. Ik vermoed nochtans dat iedereen dit vermogen in zich draagt. Ik heb dat heel sterk en doe dat ook voor mijn man, soms ook voor andere mensen. Ik merk dat ik vaak emoties absorbeer van anderen, soms flink tegen mijn zin. Voor mijn zoontje doe ik dat met heel veel plezier, alhoewel ik hem op zeker moment toch wil leren om ze zelf af te voeren. Dit beschrijf ik trouwens ook in ‘Voelen zonder filter.’ Het is een vorm van co-regulatie, maar misschien nog een stapje verder. Ik ga niet zozeer de emotie vanuit mijn ratio verder begeleiden, maar ze mee helpen doorvoelen en afvoeren.”

In ‘Voelen zonder filter’ las ik je stappenplan om met emoties om te gaan en er contact mee te maken. Kan je dit voor ons even samenvatten?

FVG: “Vaak voel ik het fysieke signaal eerst. Mijn keel knijpt dicht, ik voel buikpijn. Je lichaam is de klankkast van je emoties, het communiceert heel duidelijk en is zo eigenlijk je bondgenoot in het opmerken dat er iets aan de hand is. Belangrijk is om dan niet van de emoties weg te kijken, afleiding te zoeken of ze zelfs weg te duwen, maar echt naar binnen te gaan, zonder oordeel. Zo kan je ervaren wat er leeft: is het pijn, woede, angst…? Ik laat die emotie helemaal komen, tot die een hoogtepunt bereikt en vanzelf weer afneemt en zelfs verdwijnt. Daarna uit ik de emotie, bijvoorbeeld door te huilen of iets op te schrijven. Maar je kan het ook doen door te sporten of eens goed te gaan roepen in het bos. Wanneer de emotie er werkelijk heeft mogen zijn en mijn systeem verlaten heeft, komt er een inzicht voor in de plaats. Bijvoorbeeld: ik ervaar buikpijn, ga door de bijhorende emoties en besef dan: ik voel me niet goed in mijn job. Van daaruit kan ik dan bijvoorbeeld tot het inzicht komen dat ik van job wil veranderen.”

Voor mij heeft het veel weg van focussen uit Gendlins experiëntiële therapie.

FVG: “Deze stroming is mij niet bekend, maar ik vertrek sowieso altijd vanuit mijn lichaam. Het komt erop neer dat ik het moet durven aangaan om door de emotie te gaan. Wij hebben vaak niet geleerd om dit te doen; we sussen of gaan het doorvoelen uit de weg. Belangrijk is ook om niet te oordelen, maar om het voelen er gewoon te laten zijn. Jezelf veroordelen is uit verbinding gaan met jezelf, zo laat je jezelf enorm in de steek.”

Kan jij dit altijd zo netjes toepassen? 

FVG: “Nee hoor, met woede heb ik het nog wel eens lastig. Toch is het belangrijk om ook dit te laten zijn. Ik heb met mezelf de afspraak gemaakt om mezelf zo min mogelijk te veroordelen en op die manier werkelijk contact te maken met mezelf. Zelfveroordeling brengt me heel weinig. Momenteel ben ik volop aan het oefenen met woede. Ik was vijfendertig toen ik voor de eerste keer echt heel boos ben geworden. Ik voelde altijd wel verdriet, maar niet de woede die erbij hoorde. Ik sta nu mezelf toe om dat wel te voelen. Woede geeft me wel kracht en helpt me ontdekken waar mijn grenzen liggen.”

Kan jij inmiddels dan nu echt in woede uitbarsten?

FVG: “Dat gebeurt heel soms, maar dat voelt dan wel als een moment van machteloosheid. Ik vind het interessanter om beheerst voor mezelf op te komen. Vanuit het moederschap ben ik autoritairder geworden, omdat een gezonde vorm van autoriteit een kwaliteit is. Ik vind het soms wel grappig dat andere mensen dan ook netjes luisteren. (lacht) Weet je, ik ben dan duidelijk.”

Vertaal ik het goed dat het voor jou heel zen is om aanwezige emoties bestaansrecht te geven en goed te luisteren naar het verlangen of de nood die er onder zit?

FVG: “Ik zou het niet zozeer zen noemen, mij gaat het er eerder om een gezonde liefdesrelatie met jezelf te hebben. Zoals ik bijvoorbeeld mijn man, die ik als zeer redelijk ervaar en door en door vertrouw, zeker au sérieux neem wanneer hij met iets bij mij komt, zo wil ik ook met mezelf omgaan. Over het algemeen heb ik door de jaren heen wel geleerd dat ik meestal een goede reden heb om te voelen wat ik voel, ook als het om woede gaat.

Vroeger herkende ik de emotie niet, ving ik de signalen daarvan niet op en kon ik bijvoorbeeld daardoor grensoverschrijdend gedrag van een ander niet goed hanteren. Ik legde voortdurend de schuld bij mezelf en werd daardoor gemanipuleerd. Ik ging rationaliseren of zelfs verdringen, dat zijn natuurlijk allerlei afweermechanismes. Maar er is wel een verschil tussen een emotie laten zijn en die emotie naar iemand anders sturen, tussen boos zijn en je afreageren. Ik vind het belangrijk om die emotie bij mij te houden en te doorvoelen. Als ik dan in gesprek wil gaan met iemand over iets, dan zorg ik dat ik indien mogelijk eerst doorvoeld heb wat er is. Anders ontaardt het in een toernooi van emoties en dat is vermoeiend en verwarrend. En jawel, ik zal mijn emoties wel tonen, maar ik wil vooral tijdens het gesprek die emoties niet de overhand laten nemen. Dan krijg je vaak escalaties en zo kom je niet tot de kern.”

Toch hoor je mensen wel eens zeggen: we zijn eens stevig kwaad geweest op elkaar en dat heeft uiteindelijk wel deugd gedaan. Klopt dat dan niet voor jou?

FVG: “Dat kan zeker deugd doen, omdat je de dingen dan benoemt en doorvoelt. Maar dat kan ook op een respectvolle manier. Ik denk dat het gunstig is dat je de verantwoordelijkheid niet volledig bij een ander legt, maar je goed realiseert dat het een gedeelde verantwoordelijkheid is. Belangrijk is wel om de dialoog aan te gaan met mensen die zelf ook bereid zijn om hun eigen aandeel te bekijken. Met mensen die dit niet, willen of kunnen, ga ik niet in discussie. Dit gaat dan over zelfbescherming, en misschien ook wel over het beschermen van de ander tegen zichzelf.”

Op welke manier heeft therapie jou geholpen in dit proces? Wat is het belangrijkste dat therapie jou doorheen de jaren heeft bijgebracht?

FVG: “Tijdens de EMDR-therapie ging ik oude emoties alsnog doorvoelen en zo opruimen. Vooral bij de oude woede komen, was moeilijk. Ik bleef maar in het bovenliggende verdriet hangen. Maar toen ik er toch kwam en het doorvoelde, was dit zeer bevrijdend. Ik kreeg mezelf terug. Die ervaring heeft me geïnspireerd om ook in relaties met anderen de dingen te benoemen en te blijven voelen. Daarop heb ik niet gewerkt met mijn therapeut, ik ben er gewoon zelf mee aan de slag gegaan in mijn dagelijkse leven.”

Je hebt positieve ervaringen met EMDR en vertelt ook dat je je thuis voelt in het lichaamsgerichte.

FVG: “Jazeker, want je omzeilt zo de cognitie, die soms een vlucht kan zijn of een poging tot controle, waardoor je niet aan het doorvoelen toekomt. Dit met alle respect voor cognitief of inzichtelijk georiënteerde kaders natuurlijk. Maar we hebben niet alleen maar een geest. Ook je lichaam slaat negatieve herinneringen, trauma’s, stressreacties … op. Wanneer hier helemaal niets mee gebeurt, kan je gaan psychosomatiseren of lichamelijk blokkeren. Het werken met EMDR was inderdaad heel verrijkend op zich, maar toen ik die begon te combineren met fasciatherapie, behaalde ik nog betere resultaten. Fascia is, net zoals kinesitherapie en osteotherapie, een vorm van manuele therapie waarbij men zich concentreert op de werking van het bindweefsel. Dit is overal in ons lichaam aanwezig en een lichaam kan in overlevingsmodus of in ontspanningsmodus verkeren. Door trauma gaat je lichaam in de overlevingsmodus. Door het bindweefsel op een bepaalde manier te masseren, stuurt het de boodschap naar je hersenen dat je veilig bent. Hierdoor kan je lichaam ontspannen. In de ontspanningsmodus komt het toe aan verteren – ook het emotionele- en regenereren. Wie voortdurend aan het overleven is, kan dus allerlei gezondheidsklachten krijgen, die voortkomen uit onveiligheidsgevoelens door trauma.”

Eigenlijk ben ik in de loop van ons gesprek geneigd om jou als ‘heel energetisch’ te beschrijven. We hebben het daar steeds weer over, zo lijkt het wel.

FVG: “Wel, alles is energie, van grofstoffelijk tot fijnstoffelijk. Soms vinden mensen praten over energie nogal zweverig, maar ik vind het heel aards en realisistisch.”

Hoe ervaar jij dat “energetisch leven” persoonlijk?

FVG: “Ik ervaar de energie van emoties, mensen, plaatsen, kunstwerken … noem maar op. Doordat ik gevoelig ben, ervaar ik de nuances tussen al die verschillende energieën. Ik herken bijvoorbeeld het verschil tussen de energie van generositeit en die van jaloezie. Wanneer iemand met me praat, hoor ik zijn woorden én voel ik ook de energie die hij uitzendt. Komt deze niet overeen met wat hij zegt – geeft iemand me een compliment omdat het zo hoort maar is hij in werkelijkheid afgunstig – dan is dit voor mij verwarrend. Ik hecht immers niet meer waarde aan het verbale dan aan het non-verbale, maar het is niet altijd gepast om te zeggen: ‘Ik voel dat je niet meent wat je zegt’.
Dat ik kan voelen wanneer iemand liegt, of een verborgen agenda heeft, heeft me wel al vaak geholpen. Vroeger negeerde ik die informatie, omdat ik hoopte dat ik me vergiste, maar dan bleek mettertijd toch dat ik het juist had. Nu negeer ik mijn intuïtie niet meer.”

‘Voelen zonder filter’ klinkt qua titel als een vervolg op ‘Leven zonder filter’. In welke mate zie jij dit boek als een vervolg of eerder als een verdieping?

FVG: “Leven zonder filter ging over mijn ervaring met hoogsensitiviteit en richtte zich dus vooral tot hoogsensitieve mensen. Voelen zonder filter gaat over omgaan met emoties, en bereikt daarmee een breder publiek. Ook mensen die niet hoogsensitief zijn, hebben emoties en worstelen daar mee. Voelen zonder filter helpt mensen om hun emoties te reguleren en te onderzoeken waar ze vandaan komen. Vandaar dat het onder meer inzoomt op trauma. Natuurlijk zie ik de relatie tussen hoogsensitiviteit en hypervigilantie door trauma, en de invloed van transgenerationeel trauma op de hersenen. In die zin is dit boek wel een verdieping.”

Hoe ben jij doorheen de jaren anders gaan kijken naar hoogsensiviteit? Heb jij voortschrijdend inzicht over bepaald aspecten ervan?

FVG: “Leven zonder filter was – en is nog steeds- een hit. Journalisten vroegen mij telkens of er dan veel meer hoogsensitieve mensen zijn dan we denken. Eén op vijf is natuurlijk veel. Maar daarnaast heb ik zelf de indruk dat veel mensen hypervigilant zijn door trauma, en deze gevoeligheid vanuit angst verwarren met hoogsensitiviteit.
Hoogsensitiviteit is een aangeboren persoonlijkheidskenmerk: je hebt andere hersenen die meer signalen binnenkrijgen en deze diepgaand verwerken. Die hersenen veranderen niet. Maar door te helen van trauma, word je minder angstig en speur je niet meer zo naar gevaar. En doordat je burn-out geneest, kan je wel minder gevoelig worden voor zintuigelijke prikkels.
Tegelijk is er wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de fysieke effecten van wat ik in mijn boek ‘doorgeeftrauma’ noem: de hersenen van muizen muteren onder invloed van het trauma van hun voorouders. Dat trauma onze sensitieve responsiviteit beïnvloedt, lijkt mij logisch.
Daarnaast heb ik intussen begrepen dat de gepreoccupeerde hechtingsstijl, waarbij mensen zich zeer afhankelijk van anderen opstellen en daardoor emotioneel erg kwetsbaar zijn, al eens wordt aanzien voor hoogsensitiviteit. Maar dat lijken mij twee verschillende dingen.”

Mogen we nog boeken van jou verwachten?

FVG: “Momenteel wil ik even geen non-fictie meer schrijven. Maar dat heb ik jaren geleden ook al eens gezegd en toen kwam Voelen zonder filter er toch. Dus wie weet. Al denk ik dat ik in dit boek nu wel erg veel inzichten en ervaringen heb gebundeld.
Voorlopig richt ik me liever op het schrijven van fictie. Het is prettig om niet steeds openlijk in je eigen wonden te roeren, ik wil weer wat privacy.”

Heb je misschien een boodschap voor de therapeutische wereld?

FVG: “Lezers schrijven me dat ze Voelen zonder filter gebruiken in hun therapie, omdat ze zo gericht met de therapeut over bepaalde onderwerpen kunnen spreken en er praktisch mee aan de slag gaan. Misschien is het daarom interessant om het eens te lezen? Het is een boek over bewustwording, daar draait het volgens mij in het leven om.”


Dit interview verscheen in januari 2023 in het vakblad Metafoor. 
Metafoor is een uitgave van de V.V.T.I.V. of de Vlaamse 
Vereniging voor Therapeuten in de Interactionele Vormgeving.