'Belangrijk is echt naar binnen gaan, zonder oordeel'
In 2017 brak Fleur van Groningen (40) door als auteur met ‘Leven zonder filter’ over haar ervaring met hoogsensitiviteit, een boek waar het grote publiek zich warm door aangesproken voelde. Later verscheen ‘Mijn kind, mijn spiegel’ over wat de transformatie tot moeder met zich meebrengt aan ervaringen en wijsheid. En in september 2022 was er ‘Voelen zonder filter’. Ook in dit boek vertrekt ze vanuit haar persoonlijke verhaal, waarbij ze verslag uitbrengt van werkelijk leren voelen. In dit boek waagt de auteur zich ook aan een toegankelijke, soms voorzichtig duidende taal, waarbij ze voornamelijk vanuit haar ervaring schrijft, maar toch zorgvuldig geïnformeerd overkomt.
tekst: KAREN TERLINCK voor METAFOOR
Voor mij heb je echt
een gave om te praten in gewone mensentaal. Dat maakt jouw boeken heel
toegankelijk voor een breed publiek.
FVG: “Die reactie krijg ik wel vaker, zelfs dat er met mijn
boeken in de praktijk gewerkt wordt: therapeut en/of cliënt lezen mijn boek en
nemen dit dan werkelijk mee in de sessies. Dat vind ik echt fijn om te horen.”
Klopt het dat jij
zelf niet zozeer in jargon denkt?
FVG: “Toen ik zelf in therapie was, hanteerden mijn
therapeut en ik niet bepaald technische taal. Later, nadat ik grotere
doorbraken had gehad, ben ik veel gaan lezen en leerde ik dus achteraf het
jargon voor de dingen die ik al eerder had doorgemaakt. Ik leerde begrippen
zoals het pseudo-zelf, het onechte zelf en het authentieke zelf, om maar een
voorbeeld te geven. Al die benamingen maken het wel overzichtelijker en
bespreekbaarder. Je creëert een gepaste, gemeenschappelijke taal en je kan soms
specifieker duiden. Maar ik vind het ervaringsgegeven toch wel heel belangrijk.
Ik wil me niet vanuit het cognitieve beperken tot boekenwijsheid; het zijn mijn
ervaringen die mij de wezenlijke inzichten brengen. Anderzijds is het ook fijn
om de theorie te kunnen hanteren als een soort landkaart, het geeft overzicht.”
Je bent zelf
lifecoach. Ga je hier ook mee aan de slag, in een eigen praktijk bijvoorbeeld?
FVG: “Ik heb gestudeerd om lifecoach te zijn en ik had ook
een eigen praktijk, maar ik ben ermee gestopt nog voor ‘Leven zonder filter’
uitkwam. Ik was toen nog codependent, ik versmolt nog teveel met de andere
persoon en kon niet goed afbakenen, qua tijd bijvoorbeeld. Ik had op dat moment
naast mijn praktijk ook een drukke job en een toxische relatie die op zijn
einde liep en kwam gewoon te weinig aan zelfzorg toe. Het was niet het juiste moment.
Misschien dat ik het later nog opneem, ik sluit het alleszins niet uit. Op dit
moment spreek ik vaak voor grote groepen, dat trekt me nu meer dan één op één
werken. Sinds ‘Leven zonder filter’ geef ik lezingen. Dat geeft me het gevoel
dat ik met eenvoudige taal veel mensen bereik, waar ze dan concreet iets mee
kunnen. Misschien is dat wel een beetje de Pater Damiaan, of nog beter, de
zuster Flora in mij. (lacht) Mogelijk
ga ik ook met podcasts aan de slag. Op deze manier coach ik natuurlijk ook wel
een beetje.”
Als ik je boeken
lees, bedenk ik wel eens dat jij een fijne psychotherapeut zou zijn.
FVG: “Dat wordt wel vaker gezegd, maar ik heb daarvoor niet
de gepaste theoretische achtergrond. Ik ben ooit aan de opleiding psychologie
begonnen, maar het vak statistiek viel me echt niet mee. Ik heb dyscalculie,
moet je weten. Bovendien was er een casusbespreking die erg dicht bij een stuk
van mijn eigen levensverhaal kwam en dus erg confronterend voor me was. De docente
in kwestie gaf aan dat de beste benadering van deze casus om een levenslange opname
in psychiatrie vroeg. Dat kwam erg bij me aan en maakte zelfs dat ik, vanuit
teleurstelling, gestopt ben met de opleiding.”
Je tekent en je
schildert. Zou het creatieve therapeutschap dan niets voor jou zijn?
FVG: “Dat heb ik vroeger wel overwogen. Soms denk ik daar
nog over, maar ik denk dat ik die creatieve therapie nu vooral op mezelf moet
toepassen. Ik heb kunsthumanoria gedaan, mijn grote droom was om ooit schilder
te worden. Mijn vader was schilder en hij wilde graag dat ik een artistieke weg
uitging, maar ik heb me tegen hem afgezet. Daardoor heb ik mijn schilderen
lange tijd stilgelegd en eigenlijk een stuk van mezelf verloochend.
Sinds een aantal jaren schilder ik weer en ik word er helemaal gelukkig van.
Het voelt heel natuurlijk en puur aan, nog meer dan schrijven. Mijn schilderen
is pure creatie, pure zelfexpressie, volledig aan het cognitieve voorbij. Ik
ben dan gewoon. En wie weet, wat vloeit daar nog uit voort? Ik denk dat ik nu
zo’n goed jaar rond ben met de grootste problemen in mijn leven, maar ik ben
wel lang onderweg geweest. Dat maakt mij wel een beetje tot een wounded healer,
en ik zal wellicht altijd wel een beetje wounded blijven. Vandaar de creatieve
therapie voor mezelf.
Zelfzorg blijft hoe dan ook heel belangrijk. Wie niet aan zichzelf geeft, kan
niet aan anderen blijven geven.”
In je boek ‘Mijn
kind, mijn spiegel’ vond ik het heel treffend hoe je beschrijft dat je soms je
zoontje dicht bij je neemt, zijn gespannenheid of emoties absorbeert en dan
afvoert.
FVG: “Voor mij is dat heel natuurlijk, maar niet iedereen
vindt dat. Ik vermoed nochtans dat iedereen dit vermogen in zich draagt. Ik heb
dat heel sterk en doe dat ook voor mijn man, soms ook voor andere mensen. Ik
merk dat ik vaak emoties absorbeer van anderen, soms flink tegen mijn zin. Voor
mijn zoontje doe ik dat met heel veel plezier, alhoewel ik hem op zeker moment
toch wil leren om ze zelf af te voeren. Dit beschrijf ik trouwens ook in
‘Voelen zonder filter.’ Het is een vorm van co-regulatie, maar misschien nog
een stapje verder. Ik ga niet zozeer de emotie vanuit mijn ratio verder
begeleiden, maar ze mee helpen doorvoelen en afvoeren.”
In ‘Voelen zonder
filter’ las ik je stappenplan om met emoties om te gaan en er contact mee te
maken. Kan je dit voor ons even samenvatten?
FVG: “Vaak voel ik het fysieke signaal eerst. Mijn keel
knijpt dicht, ik voel buikpijn. Je lichaam is de klankkast van je emoties, het communiceert
heel duidelijk en is zo eigenlijk je bondgenoot in het opmerken dat er iets aan
de hand is. Belangrijk is om dan niet van de emoties weg te kijken, afleiding
te zoeken of ze zelfs weg te duwen, maar echt naar binnen te gaan, zonder oordeel.
Zo kan je ervaren wat er leeft: is het pijn, woede, angst…? Ik laat die emotie
helemaal komen, tot die een hoogtepunt bereikt en vanzelf weer afneemt en zelfs
verdwijnt. Daarna uit ik de emotie, bijvoorbeeld door te huilen of iets op te
schrijven. Maar je kan het ook doen door te sporten of eens goed te gaan roepen
in het bos. Wanneer de emotie er werkelijk heeft mogen zijn en mijn systeem
verlaten heeft, komt er een inzicht voor in de plaats. Bijvoorbeeld: ik ervaar
buikpijn, ga door de bijhorende emoties en besef dan: ik voel me niet goed in
mijn job. Van daaruit kan ik dan bijvoorbeeld tot het inzicht komen dat ik van job
wil veranderen.”
Voor mij heeft het
veel weg van focussen uit Gendlins experiëntiële therapie.
FVG: “Deze stroming is mij niet bekend, maar ik vertrek
sowieso altijd vanuit mijn lichaam. Het komt erop neer dat ik het moet durven aangaan
om door de emotie te gaan. Wij hebben vaak niet geleerd om dit te doen; we
sussen of gaan het doorvoelen uit de weg. Belangrijk is ook om niet te
oordelen, maar om het voelen er gewoon te laten zijn. Jezelf veroordelen is uit
verbinding gaan met jezelf, zo laat je jezelf enorm in de steek.”
Kan jij dit altijd zo netjes toepassen?
FVG: “Nee hoor, met woede heb ik het nog wel eens lastig.
Toch is het belangrijk om ook dit te laten zijn. Ik heb met mezelf de afspraak
gemaakt om mezelf zo min mogelijk te veroordelen en op die manier werkelijk
contact te maken met mezelf. Zelfveroordeling brengt me heel weinig. Momenteel
ben ik volop aan het oefenen met woede. Ik was vijfendertig toen ik voor de eerste
keer echt heel boos ben geworden. Ik voelde altijd wel verdriet, maar niet de
woede die erbij hoorde. Ik sta nu mezelf toe om dat wel te voelen. Woede geeft
me wel kracht en helpt me ontdekken waar mijn grenzen liggen.”
Kan jij inmiddels dan
nu echt in woede uitbarsten?
FVG: “Dat gebeurt heel soms, maar dat voelt dan wel als een
moment van machteloosheid. Ik vind het interessanter om beheerst voor mezelf op
te komen. Vanuit het moederschap ben ik autoritairder geworden, omdat een gezonde
vorm van autoriteit een kwaliteit is. Ik vind het soms wel grappig dat andere
mensen dan ook netjes luisteren. (lacht) Weet je, ik ben dan duidelijk.”
Vertaal ik het goed
dat het voor jou heel zen is om aanwezige emoties bestaansrecht te geven en
goed te luisteren naar het verlangen of de nood die er onder zit?
FVG: “Ik zou het niet zozeer zen noemen, mij gaat het er
eerder om een gezonde liefdesrelatie met jezelf te hebben. Zoals ik bijvoorbeeld
mijn man, die ik als zeer redelijk ervaar en door en door vertrouw, zeker au
sérieux neem wanneer hij met iets bij mij komt, zo wil ik ook met mezelf
omgaan. Over het algemeen heb ik door de jaren heen wel geleerd dat ik meestal
een goede reden heb om te voelen wat ik voel, ook als het om woede gaat.
Vroeger herkende ik de emotie niet, ving ik de signalen
daarvan niet op en kon ik bijvoorbeeld daardoor grensoverschrijdend gedrag van
een ander niet goed hanteren. Ik legde voortdurend de schuld bij mezelf en werd
daardoor gemanipuleerd. Ik ging rationaliseren of zelfs verdringen, dat zijn
natuurlijk allerlei afweermechanismes. Maar er is wel een verschil tussen een
emotie laten zijn en die emotie naar iemand anders sturen, tussen boos zijn en
je afreageren. Ik vind het belangrijk om die emotie bij mij te houden en te
doorvoelen. Als ik dan in gesprek wil gaan met iemand over iets, dan zorg ik
dat ik indien mogelijk eerst doorvoeld heb wat er is. Anders ontaardt het in
een toernooi van emoties en dat is vermoeiend en verwarrend. En jawel, ik zal mijn
emoties wel tonen, maar ik wil vooral tijdens het gesprek die emoties niet de
overhand laten nemen. Dan krijg je vaak escalaties en zo kom je niet tot de
kern.”
Toch hoor je mensen
wel eens zeggen: we zijn eens stevig kwaad geweest op elkaar en dat heeft
uiteindelijk wel deugd gedaan. Klopt dat dan niet voor jou?
FVG: “Dat kan zeker deugd doen, omdat je de dingen dan benoemt
en doorvoelt. Maar dat kan ook op een respectvolle manier. Ik denk dat het
gunstig is dat je de verantwoordelijkheid niet volledig bij een ander legt,
maar je goed realiseert dat het een gedeelde verantwoordelijkheid is.
Belangrijk is wel om de dialoog aan te gaan met mensen die zelf ook bereid zijn
om hun eigen aandeel te bekijken. Met mensen die dit niet, willen of kunnen, ga
ik niet in discussie. Dit gaat dan over zelfbescherming, en misschien ook wel
over het beschermen van de ander tegen zichzelf.”
Op welke manier heeft
therapie jou geholpen in dit proces? Wat is het belangrijkste dat therapie jou
doorheen de jaren heeft bijgebracht?
FVG: “Tijdens de EMDR-therapie ging ik oude emoties alsnog
doorvoelen en zo opruimen. Vooral bij de oude woede komen, was moeilijk. Ik
bleef maar in het bovenliggende verdriet hangen. Maar toen ik er toch kwam en
het doorvoelde, was dit zeer bevrijdend. Ik kreeg mezelf terug. Die ervaring
heeft me geïnspireerd om ook in relaties met anderen de dingen te benoemen en
te blijven voelen. Daarop heb ik niet gewerkt met mijn therapeut, ik ben er gewoon
zelf mee aan de slag gegaan in mijn dagelijkse leven.”
Je hebt positieve
ervaringen met EMDR en vertelt ook dat je je thuis voelt in het
lichaamsgerichte.
FVG: “Jazeker, want je omzeilt zo de cognitie, die soms een
vlucht kan zijn of een poging tot controle, waardoor je niet aan het doorvoelen
toekomt. Dit met alle respect voor cognitief of inzichtelijk georiënteerde kaders
natuurlijk. Maar we hebben niet alleen maar een geest. Ook je lichaam slaat
negatieve herinneringen, trauma’s, stressreacties … op. Wanneer hier helemaal
niets mee gebeurt, kan je gaan psychosomatiseren of lichamelijk blokkeren. Het
werken met EMDR was inderdaad heel verrijkend op zich, maar toen ik die begon
te combineren met fasciatherapie, behaalde ik nog betere resultaten. Fascia is,
net zoals kinesitherapie en osteotherapie, een vorm van manuele therapie waarbij
men zich concentreert op de werking van het bindweefsel. Dit is overal in ons
lichaam aanwezig en een lichaam kan in overlevingsmodus of in ontspanningsmodus
verkeren. Door trauma gaat je lichaam in de overlevingsmodus. Door het
bindweefsel op een bepaalde manier te masseren, stuurt het de boodschap naar je
hersenen dat je veilig bent. Hierdoor kan je lichaam ontspannen. In de
ontspanningsmodus komt het toe aan verteren – ook het emotionele- en
regenereren. Wie voortdurend aan het overleven is, kan dus allerlei gezondheidsklachten
krijgen, die voortkomen uit onveiligheidsgevoelens door trauma.”
Eigenlijk ben ik in
de loop van ons gesprek geneigd om jou als ‘heel energetisch’ te beschrijven.
We hebben het daar steeds weer over, zo lijkt het wel.
FVG: “Wel, alles is energie, van grofstoffelijk tot
fijnstoffelijk. Soms vinden mensen praten over energie nogal zweverig, maar ik
vind het heel aards en realisistisch.”
Hoe ervaar jij dat
“energetisch leven” persoonlijk?
FVG: “Ik ervaar de energie van emoties, mensen, plaatsen,
kunstwerken … noem maar op. Doordat ik gevoelig ben, ervaar ik de nuances
tussen al die verschillende energieën. Ik herken bijvoorbeeld het verschil
tussen de energie van generositeit en die van jaloezie. Wanneer iemand met me
praat, hoor ik zijn woorden én voel ik ook de energie die hij uitzendt. Komt
deze niet overeen met wat hij zegt – geeft iemand me een compliment omdat het
zo hoort maar is hij in werkelijkheid afgunstig – dan is dit voor mij verwarrend.
Ik hecht immers niet meer waarde aan het verbale dan aan het non-verbale, maar
het is niet altijd gepast om te zeggen: ‘Ik voel dat je niet meent wat je zegt’.
Dat ik kan voelen wanneer iemand liegt, of een verborgen agenda heeft, heeft me
wel al vaak geholpen. Vroeger negeerde ik die informatie, omdat ik hoopte dat
ik me vergiste, maar dan bleek mettertijd toch dat ik het juist had. Nu negeer
ik mijn intuïtie niet meer.”
‘Voelen zonder filter’ klinkt qua titel als een vervolg op ‘Leven zonder filter’. In welke mate zie
jij dit boek als een vervolg of eerder als een verdieping?
FVG: “Leven zonder filter ging over mijn ervaring met
hoogsensitiviteit en richtte zich dus vooral tot hoogsensitieve mensen. Voelen
zonder filter gaat over omgaan met emoties, en bereikt daarmee een breder
publiek. Ook mensen die niet hoogsensitief zijn, hebben emoties en worstelen
daar mee. Voelen zonder filter helpt mensen om hun emoties te reguleren en te
onderzoeken waar ze vandaan komen. Vandaar dat het onder meer inzoomt op
trauma. Natuurlijk zie ik de relatie tussen hoogsensitiviteit en
hypervigilantie door trauma, en de invloed van transgenerationeel trauma op de
hersenen. In die zin is dit boek wel een verdieping.”
Hoe ben jij doorheen de jaren anders
gaan kijken naar hoogsensiviteit? Heb jij voortschrijdend inzicht over bepaald
aspecten ervan?
FVG: “Leven zonder filter was – en is
nog steeds- een hit. Journalisten vroegen mij telkens of er dan veel meer
hoogsensitieve mensen zijn dan we denken. Eén op vijf is natuurlijk veel. Maar
daarnaast heb ik zelf de indruk dat veel mensen hypervigilant zijn door trauma,
en deze gevoeligheid vanuit angst verwarren met hoogsensitiviteit.
Hoogsensitiviteit is een aangeboren persoonlijkheidskenmerk: je hebt andere
hersenen die meer signalen binnenkrijgen en deze diepgaand verwerken. Die
hersenen veranderen niet. Maar door te helen van trauma, word je minder angstig
en speur je niet meer zo naar gevaar. En doordat je burn-out geneest, kan je
wel minder gevoelig worden voor zintuigelijke prikkels.
Tegelijk is er wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de fysieke effecten van
wat ik in mijn boek ‘doorgeeftrauma’ noem: de hersenen van muizen muteren onder
invloed van het trauma van hun voorouders. Dat trauma onze sensitieve
responsiviteit beïnvloedt, lijkt mij logisch.
Daarnaast heb ik intussen begrepen dat de gepreoccupeerde hechtingsstijl,
waarbij mensen zich zeer afhankelijk van anderen opstellen en daardoor
emotioneel erg kwetsbaar zijn, al eens wordt aanzien voor hoogsensitiviteit.
Maar dat lijken mij twee verschillende dingen.”
Mogen we nog boeken van jou verwachten?
FVG: “Momenteel wil ik even geen non-fictie meer schrijven. Maar dat heb ik
jaren geleden ook al eens gezegd en toen kwam Voelen zonder filter er toch. Dus wie weet. Al denk ik dat ik in
dit boek nu wel erg veel inzichten en ervaringen heb gebundeld.
Voorlopig richt ik me liever op het schrijven van fictie. Het is prettig om
niet steeds openlijk in je eigen wonden te roeren, ik wil weer wat privacy.”
Heb je misschien een boodschap voor de
therapeutische wereld?
FVG: “Lezers schrijven me dat ze Voelen zonder filter gebruiken in hun
therapie, omdat ze zo gericht met de therapeut over bepaalde onderwerpen kunnen
spreken en er praktisch mee aan de slag gaan. Misschien is het daarom
interessant om het eens te lezen? Het is een boek over bewustwording, daar
draait het volgens mij in het leven om.”
Dit interview verscheen in januari 2023 in het vakblad Metafoor.
Metafoor is een uitgave van de V.V.T.I.V. of de Vlaamse Vereniging voor Therapeuten in de Interactionele Vormgeving.