NEE, NIET ONDER HET TAPIJT

Natuurlijk zijn emoties lastig, maar als je ze toelaat heb je er serieus iets aan. Journalist Fleur van Groningen (40) pleit er dan ook voor er juist in te duiken. ‘Emoties die je geen aandacht geeft, doen aan wildgroei.’

Tekst Fleur van Groningen
Illustratie Anna Bay
Eerder verschenen in Mezza, de weekendbijlage van het Algemeen Dagblad

Samen met mijn moeder (70) en zoon (3,5) ben ik te gast op een tuinfeest. Iemand heeft een hond bij. Mijn zoon is bang voor honden. Het dier komt kwispelend op ons af en hij verstopt zich achter mijn benen. Als hij merkt dat ik de hond streel, steekt hij dapper een handje uit. Niet veel later raak ik in gesprek en zie vanuit mijn ooghoek hoe het dier voorbij holt en mijn zoon omver loopt. Die zet het op een brullen. Ik ren naar hem toe, pak hem op. Mijn moeder legt meteen vergoelijkend uit: “Die hond wilde het balletje vangen! ‘t Is nog een jong beest, hij bedoelde het niet slecht, hoor!” Maar mijn zoon blijft hartverscheurend huilen. Ik vraag: “Ben je geschrokken van die grote hond? Je dacht vast dat-ie je pijn wilde doen? “Ja!” snikt mijn zoon. “Ik was erg bang!” Hij ontspant en huilt uit. Dan wil hij samen even praten over wat er is gebeurd, om het op die manier te verwerken. Mijn moeder luistert – ik zie dat ze nadenkt.

Dit kleine voorval raakt mij diep. Ik groeide namelijk op met diezelfde moeder die bij emotionele aangelegenheden steeds het gedrag van de tegenpartij welwillend verklaarde. Deed iemand mij pijn, dan verplaatste zij zich in die ander, en sloeg mijn emoties over. Het was een onbewuste methode om minder te hoeven voelen: de focus werd verlegd. Mijn moeder hanteerde deze aanpak ook voor zichzelf: consequent veegde ze haar emoties onder de mat. Een patroon dat ik zelf lang onbewust heb voortgezet. Andere mensen kwamen eerst. Ik ben geboren met een vergrote gevoeligheid – hoogsensitiviteit – en dus kon ik anderen steeds goed aanvoelen en peilen. Vaak was ik de dupe van grensoverschrijdend gedrag. Jarenlang ging ik gebukt onder misbruik en pesterijen, vooral tijdens mijn kindertijd. Dan probeerde ik de pleger telkens te begrijpen. Ik ging zijn gedrag analyseren, zelfs voor hem zorgen. Omdat ik niet stilstond bij wat ik voelde, wist ik niet wat ik wilde, laat staan waar ik recht op had. Ik kwam niet voor mezelf op en werd geleefd. Tot ik alsnog werd gedwongen tot voelen door een depressie en een burn-out. Waardoor ik begreep hoe belangrijk het is om ook empathie met jezelf te hebben. Om te luisteren naar wat je emoties je komen vertellen. Om toe te geven: ja, ik voel pijn en heb verzorging nodig – nog voor je begrip opbrengt voor de hond.

Een maand na het incident met de hond vertelt mijn moeder me over haar yoga teacher. Tijdens een meditatie vroeg die de aanwezigen om hun ‘onbeduidende emoties los te laten door te focussen op de grootse eeuwigheid’. Ik zie een tiental dames voor me, fronsend in hun yogabroek, met gebalde vuisten, smachtend naar kosmische verlossing van een aards jaloezietje. Mijn moeder zegt dat het loslaten op commando helemaal niet lukte. Iets in haar verzette zich: moest ze nu ook nog alles onder de yoga-mat gaan vegen?

Ik antwoord dat ik het jammer vind dat die lerares haar leerlingen aanzet tot veroordelen. Ze noemt kleine emoties onbelangrijk, vergeleken met de eeuwigheid. Maar die eeuwigheid bestaat wel uit oneindig veel mensenlevens, boordevol emoties. Een emotie verdwijnt niet als je hem afdoet als klein of belachelijk, overbodig of slecht. Integendeel, met datgene waarmee je strijdt, onderhoud je een negatieve band. En wat je geen aandacht geeft, gaat aan wildgroei doen.


Die yogalerares wil haar leerlingen wellicht balans en rust bieden. Maar emoties die niet doorvoeld worden, blijven (onbewust) in je systeem zitten. Van daaruit beïnvloeden ze je gedachten en reacties, je incasseringsvermogen en gezondheid, én je relaties, waaronder die met jezelf. Opgeslagen emoties kosten veel energie en leveren vermoeiende situaties op. Bovendien veroorzaakt het bekritiseren van deze emoties – wat vaak het gevolg is van een opvoeding, stereotiep denken, dogma’s en maatschappelijke druk – een lading nieuwe emoties. Denk maar aan mannen, voor wie het helaas nog steeds vaker taboe is om verdriet toe te laten. In plaats daarvan worden zij makkelijker boos, dat komt stoerder over dan een potje janken. Maar het verdriet blijft en groeit, en kan leiden tot zelfhaat. Of denk aan vrouwen die zich schamen voor hun jaloezie. Hoewel dat gewoon een teken is van een behoefte of ambitie, is niemand graag het afgunstige kreng. Die schaamte leidt dan weer tot verdriet, machteloosheid en schuldgevoel. En zo leidt het niet toestaan van een emotie tot het ontstaan van weer een ander emotie, waardoor de oorspronkelijke emotie niet wordt opgelost. Terwijl je er eigenlijk meer mee geholpen bent om regelmatig even stil te staan bij wat zich in jou roert en dat zonder oordeel te doorvoelen.

Toen ik alsnog leerde om mijn emoties helemaal te voelen, ontdekte ik dat dit meestal maar een kwartier tot twintig minuten in beslag neemt. Ik geef de emotie aandacht, ze zwelt aan, bereikt een hoogtepunt en ebt weer weg. En wanneer ze mijn systeem verlaat, komt er een waardevol inzicht voor in de plaats. Zo blijken mijn emoties geen hinderlijke bijkomstigheden maar juist een uiterst handig, persoonlijk navigatiesysteem: je weet waar je naartoe wil. Ik zou er een animatiefilmpje over kunnen maken: je schuift een situatie in een machine (de mens), daarin ontstaat een felle kleur (de emotie) en op het einde floept er een plattegrondje uit (het inzicht). Waarom leert niet iedereen dat tijdens z’n kindertijd?

Het waren mijn grootouders die mijn moeder leerden haar emoties te negeren. Zij hadden dat op hun beurt van hun ouders geleerd. Mijn getraumatiseerde grootmoeder leed honger tijdens WO II en groeide op in een Joodse buurt, waar ze getuige was van gruweldaden. Daardoor was ze steeds op de vlucht voor de schaduwzijde van het leven: onprettige emoties kon ze niet aan, zelfs niet die van haar kinderen. Toen haar neef suïcidaal werd, bakte ze een taart voor hem, in de hoop dat het daarmee opgelost was.

En mijn voorouders waren natuurlijk niet de enigen die blunderden. Ik ken iemand die zijn kind een ballon gaf nadat hij had aangekondigd dat papa en mama gingen scheiden: ‘Stop met huilen, het is toch een panda; je lievelingsdier!’ Veel ouders, leraren en andere gezagspersonen herhalen vanaf het prille begin dat je niet flauw mag zijn en niet zo moet overdrijven. Hou je taai. Stoere kerel. Flinke meid. Zeur niet zo. De hongerige kindjes in Afrika. Zo leer je jezelf rationeel toe te spreken, je emoties niet te voelen en jezelf in twijfel te trekken. Je raakt jezelf gestaag kwijt. En je belandt bijvoorbeeld in het hamsterwiel van de prestatiemaatschappij, waar emoties een teken zijn van zwakte, tot je mentaal of fysiek niet meer kunt.

Maar wat kan je in de plaats daarvan doen, voor zowel jezelf als je nageslacht? Ontdekken wie jij werkelijk bent. Zodra je je als kind gaat aanpassen aan je omgeving door (bepaalde) emoties te verdringen, ontwikkel je een aangepaste identiteit. Je wordt niet jezelf, je wordt wat er van jou wordt verwacht. En je gaat geloven dat jij dit bent. Hierdoor krijg je het leven dat bij jouw onechte zelf hoort. Mettertijd veroorzaakt dit gevoelens van leegte, doelloosheid, en een gebrek aan vervulling. Maar je kunt nog steeds contact maken met de échte jij. Meer nog, hoe vaker je dit doet, hoe authentieker je zult worden en hoe beter jouw leven bij jou zal gaan passen. Er zullen nog steeds uitdagingen zijn – dat hoort er nu eenmaal bij – maar je staat beduidend sterker in je schoenen.

Het contact met jouw echte zelf herstellen, doe je door te voelen. Door de emoties van vroeger alsnog toe te laten en voortaan te ervaren wat er in jou omgaat. Zo geef je jezelf de ruimte om jezelf te zijn. En zo schenk je die ruimte ook aan je omgeving, aan je kinderen en kleinkinderen. Voelen blijkt dan geen daad van zwakte maar juist een van mededogen en moed.


Hoe langer je uit angst of onmacht je emoties laat opstapelen, hoe hoger de drempel wordt om de confrontatie toch aan te gaan. Zelf was ik destijds doodsbang om overspoeld te worden door een tsunami van pijn en verdriet. Ik riep dan ook de hulp in van een therapeut, en dat was een grote steun, maar ik moest het toch vooral zelf doen. Het was veel, het was moeilijk, maar het cliché bleek waar: ik kwam er sterker en wijzer uit.

Toen ik jaren later moeder werd, bleek mijn baby minstens zo gevoelig als ik. Hij reageerde hevig op mijn gemoedstoestanden, ook al hield ik die uiterlijk verborgen. Dan werd hij huilerig, at slecht en sliep niet meer. Daarom besloot ik om nog vaker mijn emoties te doorvoelen. Voorheen deed ik dat enkel op crisismomenten. Nu ging ik dagelijks even voelen, zodat de emoties zich niet konden opstapelen. Al gauw bleek dat we daar beiden gelukkiger van werden. Mijn baby sliep weer. En ik leerde mezelf beter te begrijpen. Ik kon gepaster op anderen reageren, herkende mijn grenzen en slaagde er almaar vaker in om wat van de ander was, ook bij die ander te laten.

Vaak zijn emoties een reactie op een onbewuste negatieve gedachte, over jezelf of de situatie. Dan kun je bij jezelf onderzoeken wat voor doemgedachten je hebt en ingrijpen. Kloppen die aangeleerde overtuigingen eigenlijk wel? Herhaal je niet gewoon een oud patroon? Is het misschien tijd om vanuit een ander perspectief naar de dingen te gaan kijken?

Zo stel je je open voor je intuïtie: de gedachten van jouw authentieke zelf. Die veroorzaken geen rusteloze emoties maar juist gevoelens van harmonie en vertrouwen. Die authenticiteit wil ik graag aan mijn kind doorgeven. Die dag in het park kwam de eigenaar van de hond zich nog eventjes excuseren. ‘O, het was niet zo erg, hoor!’ glimlachte ik snel. ‘Het is wél erg!’ piepte mijn zoon verontwaardigd. Het ziet ernaar uit dat hij alvast precies weet waar zíjn grenzen liggen.

Voelen zonder filter - Een plattegrond van het emotionele landschap van Fleur van Groningen € 27,99

Populaire posts van deze blog

PODCAST MENSENKENNIS

Ik zie jou

GRATIS WEBINAR OVER TRAUMA