Ik ben nu eindelijk wie ik altijd bedoeld was te zijn
Exact op haar 40ste, vijf jaar na haar bestseller Leven zonder filter, brengt Fleur van Groningen haar nieuwste boek uit. En dat is, merkwaardig genoeg, het resultaat van het kalmer aan te doen. ‘Ik moest stoppen met behagen. Zelfs de dag nadat mijn vader was gestorven, schreef ik alweer.’
Door Katrien Steyaert - Foto Kaat Pype - verschenen in De Standaard
Als kind had Fleur van Groningen een voorspellende droom. Ze
zag zichzelf tussen twee rijen prikkeldraad in madeliefjes plukken, tot ze
uitkwam bij een bak vol brokken puin, waarop een figuurtje met een gouden
kroon stond. Iemand riep: ‘De koning is daar!’, de bak kantelde en er
donderden grote brokken puin uit.
‘Ondanks alle pijn in mijn leven focuste ik altijd op die
madeliefjes’, vertelt Van Groningen bij de vijver in haar tuin – een ijsvogel
flitst in fonkelblauw over het water. ‘Kijk, daar heb je zo’n madeliefje! En ik
ben inderdaad sinds de geboorte van Rex, ons “koninkje”, de grootste brokken trauma
gaan ruimen.’
Als zelfstandige moest ze haar zoon al na drie maanden naar
de crèche brengen en had ze weer zeven, acht deadlines per week. Al snel kreeg
ze slaapproblemen, bijnier-uitputting en andere burn-outsymptomen. ‘Mijn
dokter vroeg of ik met mijn job kon stoppen, een gedachte die nog nooit bij me
was opgekomen – al een dag nadat mijn vader was gestorven (in 2017, red.),
schreef ik alweer een humoristische column. Mijn man overtuigde me om een
sabbatjaar te nemen. Sinds eind 2019 doe ik het rustiger aan.’
‘Ik verzette wel innerlijk veel werk, want er kwam verdriet
los. Zo zag ik in dat de motivatie om tien jaar lang constant te werken
teruggaat op mijn jeugd, waarin ik mezelf wegcijferde en anderen moest
behagen. Ik rende dus nog altijd in hetzelfde hamsterwiel. Het was bijna
vernederend, maar alleen door goed te voelen, kun je verwerken. Precies die
kennis deel ik in het boek, via mijn eigen, intieme verhaal.’
De opoffering van haar privacy deed haar twijfelen – zou er
geen akelige respons komen? ‘Ik sta sterker sinds Leven zonder filter (dat een
succes werd, red.). Mede dankzij al die mensen die na mijn lezingen kwamen
vertellen, huilen of me omhelzen omdat ze zich erkend voelden. Ook ik heb me
over mijn gevoeligheid en trauma lang beschaamd gevoeld. Daaraan schort het in
onze maatschappij: we worden aangemoedigd om vrolijk voort te doen en vooral
veel te kopen, om onze zonnezijde te exploiteren, maar zo krijgt onze
schaduwzijde iets gênants.’
Vaarwel
verlatingsangst
Een belangrijke nuance, zegt ze: trauma veronderstelt geen oorlog of
verkrachting. ‘Opgroeien bij ouders die je geen emotionele veiligheid bieden,
bijvoorbeeld, is op zijn manier extreem, het valt niet te bagatelliseren.
Volgens mij zien we zoveel burn-outs, depressies en ziektes omdat in veel
families trauma, emotionele onvolwassenheid of onveilige hechting wordt
doorgegeven. Ik kreeg daarover een privéles van de Gentse psychologe Alice
Braham. Wat onverwerkt is, gaat gisten en blijft zich in nieuwe vormen
herhalen. Tot je het ziet.’
Van Groningen had zelf al jaren therapie en zelfstudie
achter de rug – getuige de lange leeslijst in Voelen zonder filter, haar
nieuwe boek – en toch was ze niet eerder klaar om alles te zien. ‘De laagjes
van de ui, hé’, glimlacht ze. ‘Zonder het te beseffen, had ik mijn leven lang
een enorme verlatingsangst. Doordat mijn vader alleen af en toe op een
verjaardag naar mij omkeek, geloofde ik dat ik niet de moeite waard was. Dat
werkte door in mijn latere relaties – soms bleef ik bij mannen, puur uit schrik
om verlaten te worden – maar ook in vriendschappen of in mijn job ging ik
pleasen of liet ik me soms vernederen. Sinds dat inzicht liet ik voor het
eerst in mijn leven die oerangst volledig toe. Ik voelde me als een baby voor
wie niemand wilde zorgen, ik dacht dat ik doodging. Maar na een halfuur ebde
dat weg.’
Emotionele gps
In de zandbak of bij de kippen is Rex vandaag nergens te bekennen – de
kleine koning geniet van zijn laatste crèchedagen – maar zijn invloed is
tastbaar. Hij was het die een turbo op zijn moeders emotionele hygiëne zette,
zegt ze. Ze vertelt hoe hij opvallend meer nachtmerries kreeg of huilerig was
als ze zelf met negatieve emoties worstelde. ‘Toen dacht ik: ik moet
constructiever met mijn gevoelens omgaan als ik niet wil dat hij zich
verregaand aan mij gaat aanpassen, zoals ik vroeger deed bij mijn depressieve
moeder. Daardoor was ik gaan geloven dat zorgen voor mezelf ten koste ging van
een ander. Ik was bang voor zelfmedelijden, maar had daardoor ook geen zelfmededogen.
Rex hield me die spiegel voor: als ik stopte met van alles op te kroppen, was
ik het tegendeel van egoïstisch.’
Sindsdien neemt ze ‘geestelijke douches’. ‘Als mijn kind
slaapt of niet thuis is, geef ik aandacht aan de onrust in mijn lichaam. Die
bereikt dan na een kwartiertje een hoogtepunt en lost daarna op. Wat helpt, is
me voorstellen dat de emotie via mijn voeten terug de grond in vloeit of, bij
kwaadheid, oud porselein tegen de tuinmuur gooien’, lacht ze. ‘In alle ernst:
pas als je een emotie uit, volgt de boodschap, zoals: “Ik ben ongelukkig in
mijn job”, of “Er is over mijn grens gegaan”. Emoties zijn ons
navigatiesysteem.’
Het valt op hoe weinig mensen die gps gebruiken, vindt ze.
‘Toen ik het manuscript af had, twijfelde ik of het allemaal niet te evident
was. Maar dan hoorde ik weer over de vele zelfdodingen bij tieners of zag ik
weer iemand uitvallen op zijn job. Ik zag hoe een kennis van mij blijft steken
in woede en jaloezie tegenover de nieuwe partner van haar ex, maar nog niet
afdaalt tot haar diepste laag, namelijk verdriet en verlatingsangst. Dat is het
vaak vergeten verschil tussen primaire en secundaire emoties. In onze
maatschappij is verdriet toelaten ook niet stoer, zeker niet voor mannen,
terwijl het de enige manier is om woekering te voorkomen.’
Pseudopersoonlijkheid
Ze vond het zelf bijna ongeloofwaardig dat haar oerangst na veertig jaar
oploste in het niets, maar er was natuurlijk een belangrijke voorwaarde
vervuld. ‘Ik voel me gedragen door mijn gezinnetje, een veiligheid die vroeger
ontbrak toen ik tijdens mijn depressie suïcidaal was. Even essentieel was het
inzicht dat ik niet mijn verlatingsangst bén. Tijdens mijn zelfstudie ontdekte
ik dat zo’n angst leidt tot een “pseudopersoonlijkheid”: je “onechte zelf”,
opgetrokken uit overlevingsmechanismen.’
‘Nu pas ben ik wie ik altijd bedoeld was te zijn: een vrouw
die moedert, die op een leefbaarder tempo schrijft, die schildert – een
kinderdroom. We zien wel waar het naartoe gaat, maar Rex heeft in ieder geval
een moeder die trouw is aan haar dromen en milder is voor zichzelf. Ik laat hem
zelf de hele waaier aan emoties ervaren en uiten, van leuk tot
verschrikkelijk. Alleen dan kan hij ze allemaal van zichzelf accepteren. Wat
natuurlijk niet belet dat hij als puber misschien ooit zegt: “Gij met al uw
psychologie, laat me toch gewoon drugs nemen!” Ze lacht.
Haar eigen moeder zei onlangs dat dit boek haar bijbel zal
worden. Het doet haar veel. ‘Het zou zo mooi zijn mocht mijn verhaal een
katalysatortje zijn voor een lievere wereld’, zegt ze. ‘Dat klinkt mellow, maar
het is trauma dat tussen mensen in staat. Sinds corona kwam er zo veel naar
boven, maar als je wil, kun je daarvoor je verantwoordelijkheid nemen. In
plaats van te wachten tot je weer als een vulkaan uitbarst of het totaal niet
meer trekt, kun je een vorm van emotionele hygiëne handhaven, net zoals je je
tanden poetst. In die zin is het geen dagtaak – integendeel, pijn verdringen
houdt je in de slachtofferrol en kost sowieso veel meer energie dan
doorvoelen.’
Ze straalt inderdaad een opgeruimd soort rust uit.
‘Natuurlijk kunnen onbegrip en overprikkeling me nog uit het lood slaan, maar
meestal verkeer ik in een voor mij ongekende staat van harmonie. Dit is de
gelukkigste periode van mijn leven.’
***
Na een schrijnende jeugd met een afwezige vader,
traumatische ervaringen en een zware depressie herrees Fleur van Groningen (39)
als een feniks. Ze ging in therapie en stortte zich op een carrière als
cartooniste en columniste. Leven zonder filter (2017), haar boek over hoogsensitiviteit,
is al zo'n 60.000 keer verkocht. Haar nieuwste, Voelen zonder filter , over
omgaan met emoties, verschijnt woensdag. Ze woont in Bornem met haar man Seppe
van Groeningen en hun driejarige zoon Rex.
***
Out of the box
‘Ik ga proberen van schilderen alsnog mijn beroep te maken’
Onder welke
voorwaarden zou je een open relatie kunnen hebben, die ook werkt?
‘Seppe en ik hebben het er soms over: wat als we op een dag
heel lang samen zijn én andere oude rimpelkezen vinden die het met ons willen doen?
We zijn allebei niet territoriaal en open minded te zijn, ook in de liefde.
Alleen zou het voor ons een voorwaarde zijn dat de praktijk toffer is dan de
fantasie en meestal is het omgekeerd, vrees ik. Je minnaar krijgt vroeg of laat
problemen en verlangt dan ook een luisterend oor, waardoor je basisrelatie
inboet aan intimiteit. En die is net de reden dat het na zeven jaar nog altijd
dikke, dikke liefde is tussen Seppe en mij. We vertrouwen elkaar 100 procent en
hebben dus geen enkel taboe, ook niet op seksueel vlak. Mijn relatie is
daardoor zoiets schoons dat ik seks met meerdere mensen geen winst vind
vergeleken bij wat ik zou verliezen. Anders dan toen ik jonger was heb ik ook
geen behoefte meer aan begeerd worden door allerlei mannen. Mijn gezin, het
schilderen en schrijven vervullen mij ruimschoots.’
Als je wist dat je
maar één jaar meer te leven had, hoe zou je dat besteden?
‘Iets in mij zegt gaan reizen met mijn man en kind, maar
waarom zouden zij zulke hoogtepunten moeten beleven om daarna door mijn dood
eens zo diep te zakken? Daarom zou ik hen vooral stabiliteit en normaliteit
willen bieden en mijn vertrek zo gemakkelijk mogelijk maken door bijvoorbeeld
mijn begrafenis te regelen en brieven voor mijn kind te schrijven. Bah, als ik
er nog maar aan denk, word ik al huilerig.’
Wat was je droomjob
als kind?
‘Schilder worden, en dat is precies wat ik mezelf sinds mijn
sabbatjaar gun. In een leegstaande school in Temse huur ik een klaslokaal met
veel licht en zicht op bomen, waar ik een paar keer per week naartoe ga. Ik
word er altijd gelukkig en heb altijd inspiratie. Ik begin met een tint die me
aantrekt – vaak is dat blauw, mijn absolute lievelingskleur – dan voel ik wat
er zich in mij roert en ik begin eraan. Het proces is meditatief en net dat is heerlijk:
ik moet niet nadenken zoals bij schrijven, maar ben fysiek bezig, in het hier
en nu.’
‘Het resultaat zijn abstracte, emotionele zelfportretten. Toen ik eens voor
werk van Rothko stond, voelde ik dat diep in mij zinderen. Ik vergelijk mezelf
zeker niet met de meester, maar het was
altijd mijn droom om dat effect op kijkers te hebben. Als ik nu hoor dat mensen
mijn werk inderdaad emotioneel diepgaand vinden, is dat heel fijn.’
‘Ik was ook blij verrast toen onlangs een bekende Belgische galerist en
Nederlandse curator me oppikten. Schilderen is het enige waarover ik in mijn
leven geen complexen heb gehad en waarin ik mezelf niet kortwiekte tot een
braaf, gehoorzaam meisje. Mijn vader die mij als persoon niet zag staan, was
wel wild van mijn schetsen. Toch dacht ik lang dat ik er niet mijn beroep van
kon maken. Wel, dat ga ik nu alsnog proberen.’
(Dit interview verscheen op vrijdag 26/08/22 in De Standaard)