24 april 2023

Speech voor het Trauma Healing Summit


Hallo allemaal,

Mijn naam is Fleur van Groningen. Ik ben een Vlaams schrijfster, journalist en kunstenaar met Belgisch-Nederlandse roots. Maar vandaag sta ik hier als een overlever van trauma. Daarover heb ik een boek uitgebracht – Voelen zonder filter – waarin ik beschrijf hoe leren voelen, het bewust doorvoelen van nieuwe én oude emoties, aan de basis ligt van mijn herstel. 

Het is door je emoties te voelen dat je ze opruimt. En daar is geen weg omheen. Ook al wil je dat soms misschien liever, zeker als je al een heel leven (bewust of onbewust) op de vlucht bent voor oude pijn. Het kan allemaal teveel lijken, te groot, volstrekt onoverkomelijk. Maar mijn ervaring vertelt me dat het dat niet is. Op voorwaarde dat de tijd er rijp voor is. 

Ik ben de confrontatie met mijn emoties aangegaan, ik ben ze door de jaren heen helemaal gaan voelen, oud én nieuw. Want telkens wanneer ik voldoende draagkracht had verzameld, diende zich een nieuwe portie pijn aan. Het was veel, het was groot, het leek wel eens alsof ik zou weggespoeld worden door een tsunami. Maar op een bepaald moment was het eruit en ontstond er ruimte voor inzicht en mentale kracht. 

Sinds het verschijnen van mijn boek geef ik ook lezingen, en onlangs kwam er na zo’n lezing een vrouw naar me toe. Ze zei: “Het is alsof jij de berg hebt beklommen, hebt gezien wat erachter ligt en bent teruggekeerd om het ons te vertellen, waardoor wij de moed krijgen om ook te blijven klimmen.” Die woorden waren pakkend. Het was precies wat ik met mijn boek wilde bereiken. Maar ik moet eerlijkheidshalve vermelden dat ik de berg zelf ook nog steeds beklim. Ik ben intussen een heel stuk voorbij de helft en de top trekt nu meer aan me dan het dal, waardoor het klimmen makkelijker wordt. Maar ik ben nog niet ‘af’ en ik vermoed ook niet dat ik dat ooit zal zijn. Ik pel mezelf af, als een oneindige ui. Na iedere laag kom ik dichter bij mijn wezenlijke kern, bij datgene wat trauma me ooit heeft ontnomen: mijn zelfliefde.

***

Als kind groeide ik op bij een depressieve, getraumatiseerde moeder die emotioneel onbeschikbaar was.
Ik was een ongelukje, ze had de morning-after pil genomen maar die had zijn werking gemist. Daarna wilde ze me toch graag houden, hoewel mijn vader dat niet wilde. 

Mijn moeder had van haar ouders – die de oorlog hebben meegemaakt en op hun beurt getraumatiseerd waren – geleerd om haar emoties onder de mat te vegen. Doordat ze zichzelf niet kon reguleren, was ze dus ook niet in staat tot co-regulatie. Mijn vader, getraumatiseerd door diezelfde oorlog en zijn kille ouders, kwam slechts sporadisch in mijn leven, waardoor ik me zeer afgewezen voelde. Bij mijn beide ouders was er sprake van parentificatie. Ik kon hun noden heel goed aanvoelen en daarop inspelen, en ik negeerde mijn eigen behoeftes zo veel mogelijk. Ik paste me aan om te kunnen overleven.

Mijn ouders waren trots op mijn creatieve talent – mijn zonnezijde, maar ze konden me vanwege hun eigen pijn onvoldoende steun bieden bij mijn onaangename emoties – mijn schaduwzijde. Het voelde als voorwaardelijke liefde. Onbewust deden ze me dus regelmatige pijn, wat voor nog meer rauwe emoties zorgde, en dat alles moest ik alleen dragen. Dat was al teveel, maar er kwam nog meer.

In de loop der jaren werd ik als kind door verschillende personen seksueel misbruikt. Ook werd ik regelmatig geslagen door een gezagspersoon. Ik werd gepest en getreiterd op school omwille van mijn anders-zijn. Ik groeide op in een nieuw-samengesteld gezin waarin ik mijn plaats niet vond, en bekritiseerd en gewantrouwd werd. Op mijn negende belandde ik met dat gezin in een internationale Indiase sekte, waar ik leerde om mijn persoonlijkheid te onderdrukken. Daar stapte ik op mijn zestiende als eerste weer uit maar toen volgde er een identiteitscrisis, die uitmondde in een jarenlange depressie. Rond mijn twintigste kwam ik nogmaals in aanraking met seksueel grensoverschrijdend gedrag en toen werd ik suïcidaal. De pijn was ondraaglijk. Ik kon me er niet langer tegen verweren. Gelukkig ontmoette ik toen een fantastische psychotherapeute die me een deur aanwees in de muur waartegen ik steeds op botste. Zo begreep ik dat het leven een oneindige schakel van Matroesjka- poppetjes is: er is altijd wel ergens een poort die je naar het volgende level brengt. En die poort schuilt in jezelf. Ik begon aan een innerlijke reis die sindsdien niet meer is gestopt.

Veel heb ik te danken aan mijn therapeute die onder meer Post Traumatisch Stress Syndroom (PTSS) bij me vaststelde en intensieve EMDR therapie toepaste, wat staat voor Eye Movement Desensitization and Reprocessing, een therapie die destijds werd ontwikkeld voor Viëtnamveteranen en met succes wordt ingezet bij PTSS. En ik heb ook veel te danken aan mezelf, want ik doe sindsdien dagelijks aan introspectie; ik kijk niet weg maar pak aan. Daarvoor is een zekere discipline nodig, en daarvoor put ik kracht uit de eerdere overwinningen op mijn complexe trauma. Ik heb ook gewoon weinig keuze: ofwel lijd ik, ofwel doe ik wat ik kan om dat leed te verlichten en te ontdekken wat daarvoor in de plaats komt. 

Lange tijd heb ik in navolging van mijn opvoeding een dubbelleven geleid. Het leven van mijn zonnezijde en het leven van mijn schaduwkant. Lang fixeerde ik me uit overlevingsdrang vooral op die zonnezijde. Dat deden de mensen om mij heen ook, en soms nog steeds. Als kind werd me gezegd dat ik mooi was en talenten had, en daar blij om moest zijn. Nu word ik al eens geprezen omdat ik beroepsmatig een zekere vorm van succes heb bereikt, al leg ik de lat zelf hoger en relativeer ik het allemaal sterk. Hoe dan ook: mijn zonnezijde is het deel van mij dat anderen meestal niet te zwaar vinden, dat hen hoop geeft en kracht uitstraalt, waar zelfs regelmatig op wordt gesteund.

Het is ook het deel waarop ik zelf lang het meeste heb ingezet. Onbewust maakte ik grote gebaren om mijn schaduwkant op afstand te houden, om me zoveel mogelijk van die ondraaglijke zwaarte te dissociëren. Ik probeerde te leven alsof er niets met mij aan de hand was, alsof ik net als anderen kon functioneren in deze (op hol geslagen) maatschappij. Ik dacht: als ik maar gewoon extra hard mijn best doe, dan wijzen ze me niet af, dan word ik niet verlaten, dan hoef ik me niet schuldig te voelen of te schamen, dan val ik niet door de mand. Het was het kind dat zich nog steeds aantrekkelijk wilde maken voor haar ouders. Dit voltrok zich ook op fysiek vlak: ik zorgde ervoor dat ik er zo goed mogelijk uitzag maar ondertussen vocht (en vecht) mijn lichaam met allerlei ziektes ten gevolge van trauma. Ik heb zo lang zo ontzettend hard mijn best gedaan, tot ik niet meer kon. En wat ik toen als een falen ervaarde, bleek uiteindelijk het beste wat me kon overkomen. 

In mijn ogen is uiterlijk succes ondergeschikt aan innerlijk succes: uiteindelijk is het échte doel dat je steeds dichter bij je ware, authentieke zelf komt. Dat je bij zelfliefde uitkomt, bij de liefde die je in se bént. En die zelfliefde is geen synoniem voor egoïsme – het ego kan niet liefhebben – maar een noodzakelijke voorwaarde om precies die persoon te zijn die je bedoeld bent te zijn. Dàt is in het belang van zowel jouzelf als van je omgeving, heb ik nu begrepen. 

Vanuit zelfliefde bepaal je waartegen je ‘ja’ of ‘nee’ zegt. Je voelt wat je wilt en niet wilt. Zowel jouw enthousiasme als jouw confrontaties zetten ook voor anderen belangrijke processen in gang. 

Het is de zelfliefde die ervoor zorgt dat jij het puzzelstukje bent met precies de juiste inkepingen en uitstulpingen die in het grotere geheel passen. En, dat heb ik intussen zelf ook mogen ervaren: wie van zichzelf houdt, houdt ook van de ander, want uiteindelijk zijn we allemaal op een diepere laag met elkaar verbonden. De relatie met onszelf bepaalt hoe we ons tot anderen verhouden.

***

Terugblikkend begon mijn ware herstel op het moment dat ik noodgedwongen mijn schaduwkant onder ogen kwam en me erover ging ontfermen. Ik denk zo’n twintig jaar geleden, toen ik mijn depressie kreeg en in therapie ging. Het begon met het erkennen van pijn, onmacht, wanhoop en een buitensporige angst. Later ging ik ook met andere eigenschappen aan de slag waarop ik niet trots was: mijn wantrouwen, schuldgevoelens, schaamte, afhankelijkheid, het pleasen, de faalangst en de onzekerheid. Vier jaar geleden had ik al een karrenvracht aan demonen in de ogen gekeken, maar zeker nog niet alles. Toen beviel ik van mijn zoon. Zijn komst gaf me de moed om het kwalijkste onkruid er bij de wortel te willen uittrekken. Ik weet niet of ik dat had aangedurfd als hij er niet was geweest. Ik deed het eigenlijk vooral voor hem: ik wilde mijn pijn niet aan hem doorgeven. Maar doordat ik zijn moeder was geworden en ontdekte wat moederschap inhoudt, leerde ik ook om gestaag een moeder voor mezelf te worden, voor mijn gehavende innerlijke kind. Mijn innerlijke volwassene begon zich te ontwikkelen. 

Dit herstelproces, dat twintig jaar geleden werd ingezet, laat zich het best samenvatten als de reis van mijn onechte zelf naar mijn authentieke zelf.

Mijn onechte zelf was een aangenomen identiteit, gebaseerd op de verlangens en behoeftes van anderen. Ik werd wat zij van me wilden. Gelukkig bleef er altijd een stuk authentiek zelf in mij voortleven, een onaangetast stuk, dat zuurstof kreeg via mijn creativiteit en almaar rebelser werd. Want creativiteit is het tegenovergestelde van gehoorzaamheid. Met de jaren verzamelde mijn authentieke, gezonde deel meer draagkracht en zo kon het mijn traumadeel in etappes terughalen. Het was alsof ik ooit in scherven ben gebroken, en zo had verder geleefd: er was de lolbroek-Fleur, de kluizenaars-Fleur, de gekwetste Fleur, de baldadige Fleur, de zorgzame Fleur, de kwade Fleur… Helen bleek: weer een geheel worden. 

Mijn bewustwordingsproces heeft me geleerd om al mijn facetten te omarmen. Ik ging almaar meer overlevingsstrategieën bij mezelf herkennen en begon ze gestaag af te leggen doordat ik de onderliggende wonden nu aankeek en verzorgde. En door steeds beter te gaan voelen, door ook mijn emoties bewust te doorvoelen, leerde ik waar mijn grenzen liggen, wat mijn ware identiteit is, wat écht wezenlijk bij me hoort. Dit voelen is mijn navigatiesysteem. Door emoties te voelen weet ik wat ik wil of niet wil, en ruim ik ze op. In de vrijgekomen ruimte weerklinkt dan de stem van mijn intuïtie, mijn innerlijke kompas. Het is alchemie: lood omzetten in goud.

Op dit moment heb ik al veel opgeruimd op het geestelijke gebied en kom ik vooral toe aan de fysieke opruiming: (chronische) ziektes worden behandeld en ik vind mijn heil in lichaamswerk. Zo ben ik onder meer gebaat bij Facia, waarbij de overlevingsmodus van mijn zenuwsysteem, de orthosympaticus, wordt stilgelegd en mijn lijf zich leert ontspannen doordat de parasympaticus wordt geactiveerd. Ook laat ik sinds kort mijn psoas masseren, een spiergroep die ook ‘de spier van de ziel’ wordt genoemd, waarin trauma en stress worden opgeslagen. Zelfzorg is de pragmatische uiting van zelfliefde. Voor mij is zelfzorg: je authentieke zelf voeden en respecteren. Je gaat in verbinding met jezelf en van daaruit kun je in verbinding gaan met het authentieke zelf van anderen. 

Voor mijn herstel zijn mildheid en geduld met mezelf zeer belangrijk gebleken en jammer genoeg is dat wel nog iets waar ik nog steeds mee worstel. Zeker het geduld: door mijn complexe trauma heb ik enig talent voor het psychologische ontwikkeld en daardoor zie ik regelmatig helder de oorzaak en het doel, zowel bij mezelf alsook bij anderen. Dan is het frustrerend om de weg erheen nog helemaal te moeten afleggen. Maar die weg is zo wonderlijk, verfrissend en leerzaam. En het is de eigen ervaring die het inzicht verankert in je ziel.

***

Ter afsluiting lees ik graag twee fragmenten voor uit mijn boek ‘Voelen zonder filter’.


Empathie als medicijn (p. 239)
Empathie is een noodzakelijk medicijn bij het herstellen van trauma. Empathie van je omgeving – in hoeverre die dat kan opbrengen – maar in eerste instantie empathie met jezelf. Zelfmedelijden beschouw ik als de vrijwel onbewuste reactie op zelfveroordeling, waardoor je de verbinding met jezelf verliest. Het is een alarmsignaal: je doet jezelf onrecht aan en zorgt onvoldoende voor jezelf. Zelfmedelijden is jammeren als een sirene. Zelfmededogen, empathie met jezelf, is jezelf vergeven. En gek genoeg is dat wat je nodig hebt, ook al lijkt trauma meestal de schuld van anderen. Het gaat erom dat je je innerlijke criticus, die destijds jouw zelfontkennende overtuiging activeerde, niet langer voedt door jezelf te veroordelen. In plaats daarvan gun je jezelf de tijd. 

Helen van trauma vraagt om doorzettingsvermogen, maar dit dient vergezeld te gaan van zelfzorg, mildheid en geduld. En wanneer je die zachtheid voor jezelf opbrengt, wanneer je die generositeit aan de dag legt, zal die zich vertalen in eenzelfde mededogen en gulheid jegens anderen. Mijn trauma bracht me van onbewuste afscheiding door (zelf)veroordeling naar bewuste verbinding. Eerst met mezelf en daarna, gaandeweg, met anderen.

Terug bij af (p. 405)
Voor mij is het een grote geruststelling te merken dat mijn authentieke zelf goeie intenties heeft en gezonde keuzes maakt. De inspirational quotes die je op sociale media weleens ziet voorbijkomen, en die je manen tot geduld, overgave en liefde: dat zijn de dingen die een mens blijkbaar diep in zich draagt onder de lagen van zijn onechte zelf. Maar leven vanuit deze oorspronkelijke hoedanigheid heeft me niet in een halfzachte hippie veranderd. Integendeel, ik kan onverbiddelijk zijn. Ik ben zeker geen heilige, heb een ego zoals iedereen, ben soms een regelrechte kluns en word nog steeds emotioneel, zeker door overprikkeling. Maar ik ben niet meer zo bang. Ik voel me nu, net als toen ik nog een klein, oorspronkelijk kindje was, in de diepte verbonden met alles en iedereen. Ik ben weer terug bij af. Alleen ben ik nu, als volwassene, doordrongen van de aardse regels: ik ken het belang van het doorvoelen van emoties, van grenzen respecteren en van het nemen van correcte verantwoordelijkheden. Op die manier is verbondenheid veilig en respectvol. Mijn authentieke zelf werd al die tijd toegedekt door wonden, en door overtuigingen en gedrag afkomstig van die wonden. De ontwikkeling ervan was een afwikkeling. Het was er al die tijd allemaal al. En uiteindelijk komt alles aan het licht.


- Deze speech werd door Fleur van  Groningen gebracht op het Trauma Healing Summit te Amsterdam op 21 april 2023.