10 oktober 2016

Heel erg intelligent

Wat ik gênant vind: geeuwen in gezelschap. Dan lijkt het alsof de ander jou verveelt, ook al ben je gewoon moe. Ik ben vaak moe. En ik verveel me makkelijk. Bovendien heb ik een grote mond, die tijdens het geeuwen opvallend lang blijft openstaan. Dan zie ik er niet alleen uit alsof ik mijn hoofd als een paar pasgewassen sokken binnenstebuiten probeer te draaien. Nee, het lijkt ook alsof er een zwart gat in het etablissement ontstaat, dat alle vaasjes en tafelkleden van de tafeltjes dreigt op te slorpen. Soms zie je mannen bang naar hun toupet grijpen, zodra ik mijn gaapgrimas inzet. Daarom heb ik in de loop der tijd een arsenaal verstop-je-geeuw-technieken ontwikkeld. Om niemand nog te kwetsen of te beangstigen.
Een lang, verhullend kapsel helpt. Alsook een trui met een hoge kraag, waarin je kunt wegduiken wegens zogenaamde acute kinonderkoeling. De beste truc is echter je handtas rechts van je zetten en er wat in rommelen, op zoek naar een zakdoek. Eerst kan je ongemerkt gapen tegen je rechter oksel, vervolgens nog een keer achter de zakdoek. En als iemand tranen in je ooghoeken bespeurt, zeg je dat je ontroerd bent. Dat vinden mensen fijn, als hun woorden jou raken. Dan praten ze enthousiast voort en merken ze niet eens dat je achter het plastic boeket nog een keertje geeuwt.
Goed. Ik dacht dus dat ik het hele gaapgegeven onder de knie had. Blijkt nu dat geeuwen een statussymbool is. Recent onderzoek toont aan dat primaten langer gapen dan kamelen en walrussen, en mensen langer dan gorilla’s. Ergo: hoe langer je geeuw duurt, hoe groter en complexer je brein is. Oftewel, voor de meelezende gorilla’s: hoe slimmer je bent. Ik had dus al die tijd breeduit kunnen geeuwen en daarna rustig kunnen zeggen: “Sorry, ik ben gewoon heel erg intelligent.” Om vervolgens nonchalant iemands haarstukje uit te spuwen.
Afwisselend geven Fleur van Groningen en Nico Dijkshoorn hun eigen kijk op de actualiteit. 'Heel erg intelligent', verscheen op 10-10-2016 in Het Nieuwsblad.