PRUIMEN
Ik stond in de veldwinkel van mijn stiefvader boodschappen te doen, toen ik een vrouw tegen hem hoorde zeggen: 'Meneer, pruimen, daar kunt ge toch heel goed van naar 't toilet gaan, hé?' Ze zwaaide met de donkere vrucht voor zijn neus, alsof ze het resultaat van dat toiletbezoek al in haar hand hield.
Daar stond hij dan, in zijn vuile werkkleren, met zijn modderige handen en zijn vriendelijke blauwe ogen, en een zanderige klak tegen de kou, naar het juiste antwoord te zoeken.
Ah... de poëzie van het platteland.
Daar stond hij dan, in zijn vuile werkkleren, met zijn modderige handen en zijn vriendelijke blauwe ogen, en een zanderige klak tegen de kou, naar het juiste antwoord te zoeken.
Ah... de poëzie van het platteland.